DUURZAAM HERSTELPLAN ALS KERN VAN EEN REGEERAKKOORD
lees meer
We hebben ons 10-Puntenplan met een begeleidende brief naar de lijsttrekkers van 9 politieke partijen gestuurd: VVD, CDA, CU, D66, PvdA, GL, 50PLUS, SP en PvdD.
De brieven bevatten een viertal aanbevelingen:
Daarnaast wordt de lijsttrekkers in de brieven een kritische reflectie aangeboden op hun verkiezingsprogramma’s.
VVD
Het verkiezingsprogramma van de VVD noemt het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ expliciet in haar programma. ‘Dit is inderdaad de sleutel tot verandering in een liberale economie’, aldus de Grootouders in hun brief aan Mark Rutte, maar ‘dit principe moet dan wel breed worden doorgevoerd: milieu in de prijzen is absoluut nodig om de energietransitie te versnellen.’ Ook constateren de Grootouders dat de VVD veel vertrouwen heeft in innovatie. ‘Op basis van dit vertrouwen in innovatie kan de VVD toch gerust een stap verder gaan in het nemen van maatregelen (…). De VVD kan als grootste partij de toon zetten en ervoor zorgen dat een energie- en landbouwtransitie in Nederland op gang komt, die ons land mooier maakt en een nieuw verdienmodel oplevert.’
CDA
In de brief aan Wopke Hoekstra wordt deze herinnerd aan zijn speech in Eindhoven op 23 januari 2021 in Eindhoven, waarmee hij de campagne voor de verkiezingen startte. ‘Parijs is een opdracht, maar bovenal een plicht aan de volgende generaties’, zei hij daar. ‘Dit spreekt ons enorm aan’, schrijven de grootouders, maar ze tonen zich minder tevreden over de volgende uitspraak van Hoekstra: ‘We drammen niet door tot het laatste stukje groen is volgebouwd met windmolens of het laatste bedrijf is vertrokken. We leveren onze bijdrage door slim te investeren in innovatie, onderzoek te doen naar nieuwe technologieën en de natuur te versterken.’
‘Het spreekt vanzelf dat wij ook voor onderzoek en innovatie zijn’ schrijven de Grootouders, ‘maar het uitstellen van maatregelen met als argument dat we in de toekomst nog betere oplossingen zullen hebben, is onacceptabel. De uitvoering van het Klimaatakkoord gaat te traag en in Europa loopt Nederland achter (…) In het verkiezingsprogramma van het CDA staat te lezen: De aarde is niet van ons, maar we hebben wel de taak er goed voor te zorgen. Klimaatverandering is de grootste bedreiging van de aarde en de mensheid sedert de aantasting van de ozonlaag. Dankzij internationale maatregelen die de vorige generatie heeft genomen is het gat in de ozonlaag herstellende. Wij moeten nu hetzelfde doen om verdergaande klimaatverandering te voorkomen. Het roer moet nu om!’
ChristenUnie
In de brief aan Gert-Jan Segers wordt opgemerkt dat de zorg voor de schepping als een rode draad door het verkiezingsprogramma van de CU loopt. ‘Toch moet ons van het hart’, schrijven de Grootouders, ‘dat de CU in de afgelopen regeerperiode ernstig aan geloofwaardigheid heeft ingeboet, met name door het gevoerde landbouwbeleid. In het verkiezingsprogramma van de CU staat dat het structureel anders moet in de landbouw en dat de partij streeft naar een meer extensieve landbouwsector, met een kleinere veestapel en minder veevoer van ver. Maar de minister van Landbouw, mevrouw Schouten, nam vorig jaar afstand van het advies van de Commissie Remkes, die adviseerde de veestapel fors in te krimpen. Ook in het wetsvoorstel ‘Stikstofreductie en natuurverbetering’ dat onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen, wordt het advies van Remkes niet gevolgd en lijkt het stikstofprobleem vooral op papier te worden opgelost.’
De brief eindigt met: ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (naar Willem Elsschot). Het is aan de wetgever deze wetten te veranderen en de praktische bezwaren weg te masseren. We doen daarom een dringend beroep op de CU om hun droom werkelijkheid te laten worden en geen volgend regeerakkoord te steunen, waarin de zorg voor de schepping weer tussen wal en schip terecht komt.’
D66
Aan Sigrid Kaag laten de Grootouders weten pal achter de uitspraken te staan die te lezen zijn in het verkiezingsprogramma van D66. Zo wil D66 in 2030 50% stikstofreductie gerealiseerd zien en ze wil dat wettelijk vastleggen. Ook wil D66 de Europese landbouwgelden naar boeren laten gaan die stappen zetten naar kringlooplandbouw en natuurbeheer. Op termijn wil D66 dat de generieke inkomenssteun voor boeren in zijn geheel verdwijnt en in 2050 moet alle natuur in goede staat is. Tenslotte wil D66 het natuurareaal in Nederland met een derde uitbreiden tot 2040.
‘Toch moeten we vaststellen’, schrijven de Grootouders, ‘dat het kabinet Rutte III zich weinig aan deze ambities gelegen heeft laten liggen. In de stikstof kwestie bijvoorbeeld liet D66 het gebeuren dat het advies van de commissie Remkes niet integraal door de regering werd overgenomen.’
‘Wij realiseren ons’, zo eindigt de brief aan Kaag, ‘dat het moeilijk zal zijn om tijdens de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord de ambities overeind te houden. We hopen evenwel dat D66 koers weet te houden, ook na de verkiezingen.’
PvdA
‘Het roer moet nu om’, schrijven de Grootouders aan Liliane Ploumen, ‘Wij stellen voor een prijs te zetten op CO2 uitstoot voor bedrijven, consumenten en aandeelhouders. Voor bedrijven door een CO2 heffing in combinatie met aanscherping van het ETS. Voor consumenten door ombouw van de BTW naar een Belasting op Toegevoegde Koolstof (BTK) en Toegevoegde Milieuschade (BTM). Voor aandeelhouders door differentiatie van de dividendbelasting. Eventuele effecten op de koopkracht van de burgers en de winstgevendheid van bedrijven kunnen worden gecompenseerd door aanpassing van de inkomstenbelasting (belastingvrije voet en schijventarief) en bijstandsuitkeringen. Milieu in de prijzen is nodig om de energietransitie te versnellen op een manier die mensen met lage inkomens ontziet.’
50PLUS
In de brief van de Grootouders aan Liane den Haan wordt gememoreerd dat in het verkiezingsprogramma van 50PLUS staat dat de partij het klimaatbeleid wil ‘inrichten op de ontwikkeling van krachtige nieuwe technologie’. Ook lezen we: ‘50PLUS wil de topkwaliteiten van Nederlandse vernieuwing en technologieën volledig gebruiken, zodat wij nog in deze eeuw op een moderne manier kunnen overschakelen naar een duurzame circulaire economie.’
‘Nog in deze eeuw’, schrijven de Grootouders, ‘dat kan dus ook over 50 jaar zijn. Maar zolang mogen we en kunnen we niet wachten! De signalen van klimaatverandering zijn al zichtbaar: droogte, overstromingen, mislukte oogsten, mensen die op zoek moeten naar leefbare gebieden, bosbranden en vernietiging van biodiversiteit. Dat zijn waarschuwingen die we niet meer in de wind mogen slaan. Als we nu geen passende maatregelen nemen, zullen we binnen afzienbare tijd te maken krijgen met nog veel ernstiger gevolgen, maar dan is het zeker te laat om deze af te wenden.’
Voorts wordt opgemerkt dat woord ‘natuur’ niet voorkomt in het verkiezingsprogramma van 50PLUS. Toch tonen de Grootouders zich blij dat 50PLUS van mening is dat het gebruik van kunstmest en gif in de landbouw en antibiotica in de veehouderij sterk verminderd moet worden, dat aan grootschalige intensieve veehouderij beperkingen moeten worden opgelegd en dat ‘kleinschalige kwaliteitsbedrijven’ moeten worden gestimuleerd.
SP
In de brief aan Lilian Marijnissen wordt de partij geprezen om hun ambities, met name als het gaat om
de landbouw. In het verkiezingsprogramma van de SP staat: ‘We stoppen met de bio-industrie. In plaats van de intensivering en schaalvergroting ondersteunen we boeren die diervriendelijk en duurzaam produceren. Minder transport over de hele wereld en meer lokale en regionale productie. Geen gevaarlijk landbouwgif, maar meer biologische bestrijding. En garanties voor de gezondheid van boeren, bewoners en dieren. De duurzame boer verdient ook een duurzaam inkomen’.
‘Maar’, schrijven de Grootouders, ‘wij denken dat Nederland via de EU meer kans heeft dit voor elkaar te krijgen dan wanneer Nederland er alleen voor staat.’
Dit geldt ook voor de klimaatambities. De SP wil stoppen met het ‘falende Europese systeem van de uitstoothandel (ETS)’. De Grootouders schrijven: ‘Wij zien echter meer in een aanscherping van de ETS in combinatie met een CO2 heffing voor bedrijven én consumenten. Dit laatste kan door ombouw van de BTW naar een Belasting op Toegevoegde Koolstof (BTK) en Toegevoegde Milieuschade (BTM). Voor aandeelhouders stellen we een differentiatie van de dividendbelasting voor.’ En om de SP gerust te stellen schrijven de Grootouders wat ze ook aan Ploumen schreven: ‘eventuele effecten op de koopkracht van de burgers en de winstgevendheid van bedrijven kunnen worden gecompenseerd door aanpassing van de inkomstenbelasting (belastingvrije voet en schijventarief) en bijstandsuitkeringen. Milieu in de prijzen is nodig om de energietransitie te versnellen op een manier die mensen met lage inkomens ontziet.’
PvdD
In hun brief aan Esther Ouwehand constateren de Grootouders dat de PvdD uiterlijk in 2030 Nederland klimaatneutraal wil hebben en dat ze dit wil vastleggen in een nieuwe Klimaatwet. ‘Deze stellingname lijkt deelname aan een nieuwe regering nagenoeg uit te sluiten’, aldus de Grootouders, ‘wij zijn van mening dat we ons moeten conformeren aan in Brussel overeengekomen doelen: 55 procent vermindering van broeikasgasemissies in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050.’
Een tweede punt waar Ouwehand op wordt aangesproken is dat in het verkiezingsprogramma van de PvdD staat dat economische groei niet de oplossing is, maar het probleem. ‘Dat de economische groei moet stoppen is vooral een (west) Europese (luxe) discussie, aldus de Grootouders, ‘in de rest van de wereld zal de economische groei en daarmee ook de groei van het grondstofgebruik nog heel lang door moeten gaan. Zelfs in Nederland is dat zo: we hebben tot 2030 bijna 1 miljoen huizen nodig om het tekort aan woningen op te lossen. Dat kan niet zonder gebruik te maken van primaire bronnen. Het is al een grote uitdaging om ze energieneutraal te bouwen. Bovendien heb je voor recycling van materialen ook energie nodig. Mondiaal is het helemaal niet mogelijk, omdat in veel (arme) landen nog heel veel huizen moeten worden gebouwd én infrastructuur moet worden aangelegd.’
De brief sluit af met: ‘Wij vinden dat niet de groei van de economie als het probleem moet worden gezien, maar de milieudruk die er mee gepaard gaat. We moeten daarom de richting van de economische groei zodanig veranderen dat de milieudruk afneemt.’
Klik op de brief hieronder om deze te openen.
Brief aan de commissies verkiezingsprogramma’s van alle politieke partijen
24 april 2020
Geachte ……
Grootouders voor het klimaat is al ruim drie jaar actief om een krachtig en tijdig klimaatbeleid te bevorderen. Met ongeveer 2 miljoen grootouders in Nederland vertegenwoordigen een grote groep senioren die bezorgd zijn over de toekomst van de volgende generaties. In onze recente brief aan de tweede kamer hebben we geconstateerd dat we met het klimaatakkoord de goede kant op gaan, maar nog niet snel genoeg.
Daarom hebben we een aantal suggesties voor uw verkiezingsprogramma, waarvoor we naar de bijlage verwijzen.
In het belang van onze toekomstige generaties doen we een beroep op u om deze suggesties te verwerken in uw verkiezingsprogramma.
Wij zijn benieuwd naar uw reactie op onze voorstellen en zijn vanzelfsprekend beschikbaar voor verder toelichting.
Namens de Grootouders voor het Klimaat,
Philip Beekman en Bert Metz
Bijlage
Voorstellen van de Grootouders voor het Klimaat voor uw verkiezingsprogramma 2021
De urgentie van het klimaatbeleid
De COVID-19 pandemie heeft ons laten zien wat slagvaardig en eensgezind bestuur vermag. De lessen die we daarbij geleerd hebben zijn: voorkomen is beter dan genezen; burgers accepteren krachtige maatregelen als ze de noodzaak ervan begrijpen; bijzondere situaties vragen om bijzondere maatregelen. Het beperken van de opwarming zoals vastgelegd in het Parijs Akkoord vraagt om zo’n krachtige en eensgezinde aanpak. Niet alleen een samenleving met minimaal 1,5 meter, maar ook met een opwarming van maximaal 1,5 graad!
Een duurzaam economisch herstel
Na het indammen van de COVID-19 pandemie is de eerste uitdaging om de sociale en economische schade ervan te herstellen. Als we dat slim (smart) doen kunnen veel maatregelen die daarvoor nodig zijn ook helpen bij het voorkomen van de klimaatcrisis. Belangrijke elementen daarvan zijn:
• Voorlichting:
Draag uit dat de bedreiging van de klimaatcrisis weliswaar op langere termijn is, maar dat de ernst en gevolgen ervan iedereen zullen raken en vele malen groter zijn dan die van COVID-19 pandemie. Maatregelen zullen langdurig moeten worden volgehouden. Daar is groot maatschappelijk draagvlak voor nodig en dus een brede, krachtige, en lang vol te houden voorlichtingscampagne.
• De juiste investeringen uitlokken:
Er zijn veel investeringen die werkgelegenheid creëren en bijdragen aan een klimaatvriendelijke samenleving. Voorbeelden:
o Infrastructurele herstelplannen richten op transitie naar een duurzame economie: geen wegen en luchthavens, maar snel internet en duurzame energienetwerken. De coronabeperkingen laten zien dat thuiswerken en online vergaderen veel verkeer kunnen voorkomen. Dat kunnen we op deze manier vasthouden.
o Ondersteuning aan bedrijven combineren met voorwaarden over investeringen die bijdragen aan de klimaattransitie. Denk daarbij met name aan agrariërs en ondernemers, voor wie het klimaat- en natuurbeleid de grootste aanpassingen vragen.
o Subsidies van burgers voor investeringen in verduurzaming van woningen verruimen. Dit helpt de energietransitie en creëert veel werkgelegenheid, zeker voor kleine ondernemers.
o Belastingen en subsidies zo aanpassen dat lokale en duurzame producten worden gestimuleerd.
• De burger de ruimte geven om het voortouw te nemen.
Burgers kunnen naast overheid en bedrijfsleven veel op gang brengen. Zie bijvoorbeeld de vele energiecoöperaties die in Nederland actief zijn. Terwijl het draagvlak voor windturbines en zonneparken op land leidt tot vertraging in de energietransitie, is er te weinig ruimte voor (financiële) burgerparticipatie. Verruiming van de Postcoderoosregeling en voorkeursrecht voor cooperatieve burgerprojecten kunnen een enorme stimulans zijn voor investeringen in duurzame energieprojecten (met gunstige werkgelegenheidseffecten) en het draagvlak vergroten.
• De bestuurlijke traagheid doorbreken
De uitvoering van het klimaatbeleid wordt vertraagd door bestaande regels en gebrekkige afstemming tussen bestuurslagen. Dat kan en moet doorbroken worden door aanpassing van de regelgeving (begrijpelijk en eenvoudig uitvoerbaar, uitzonderingsprocedures, bevoegdheden) en door de aanstelling van een Klimaatcommissaris die zicht houdt op de uitvoering en noodzakelijke aanpassingen van regelgeving kan agenderen.
• Train veel meer mensen voor duurzame banen:
Er is veel geschoold personeel nodig om de plannen van het Klimaatakkkoord uit te voeren. Die mensen zijn er nu niet. Grote omscholingsprogramma’s kunnen die problemen oplossen en tegelijk werknemers die hun baan hebben verloren door de coronacrisis uitzicht bieden op een nieuwe toekomst.
Reacties op de voorstellen
Forum voor Democratie
Geachte heer Beekman,
Hartelijk dank voor uw bericht. Het is erg prettig dat mensen zoals u meedenken met gebeurtenissen in de maatschappij en de rol van Forum voor Democratie hierin.
Wij zullen uw feedback verwerken en gebruiken voor onze eventuele toekomstige handelingen.
Met vriendelijke groet,
Groen Links
Beste Philip en Bert,
Veel dank voor jullie suggesties. Die zijn in hoge mate in lijn met de ideeën die we momenteel in ons verkiezingsprogramma aan het uitwerken zijn. Mooi hoe jullie die samenhang tussen krachtdadig bestuur, groen investeren en ruimte voor burgers combineren, daar gaan we ons voordeel mee doen.
Hartelijke groet,
VVD
Beste Philip en Bert,
Dank voor jullie bericht, dat wordt zeer gewaardeerd. Ik ga de input clusteren op thema en stuur deze door naar de commissie.
Indien zij een gesprek met jullie willen dan nemen wij contact met u op.
Voor nu wens ik u een goede gezondheid toe!
Met vriendelijke groet,
CDA
Geachte heer Beekman en heer Metz,
Hartelijk dank voor uw bijdrage aan het verkiezingsprogramma. Deze heb ik doorgestuurd aan de leden van de programmacommissie. Als zij na bestudering van uw bijdrage nog vragen hebben, nemen ze graag contact met u op.
Hartelijke groet,
Partij voor de Toekomst
Geachte Beekman,
Dank voor uw uitgebreide mail met vele boeiende voorstellen.
Op dit moment is het onwaarschijnlijk druk. In twee dagen tijd hebben zich al meer dan 2000 belangstellende leden gemeld. Daar is nu al onze aandacht op gericht.Morgen wordt het ledenadministratieprogramma geïnstalleerd. Daarna gaan we verder uitbouwen.
Ik hoop oprecht dat u via info@partijvoordetoekomst.nu lid wilt worden en verder met ons mee wilt denken.
In haast.
Met vriendelijke groet,
Volt
Beste,
Ik heb het document doorgegeven aan het beleidsteam. Voor direct contact met de themacoördinator op dit onderwerp kunt u contact zoeken met Floris Eigenhuis. Hij is actief rondom milieu beleid.
Met vriendelijke groet,
Het beleidsteam
Denk
Geachte heren,
Dank voor uw inbreng! De programmacommissie maakt een voorselectie van programmapunten waarna het programma voorgelegd wordt aan het bestuur en de leden van de partij. Indien er vragen zijn over de inbreng neem ik contact met u op.
Met vriendelijke groet,
D66
Geachte heren Beekman en Metz,
Hartelijk dank voor uw bericht. Ik zorg dat uw bijdrage wordt meegenomen in het proces voor ons verkiezingsprogramma. Mochten er van onze kant vragen ontstaan naar aanleiding van uw bijdrage, dan zal ik u hiervoor uiteraard benaderen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
50 Plus
Goeden dag,
Er kunnen geen ideeën meer worden aangedragen.
De sluitingsdatum 20 maart 2020 voor ideeën voor het verkiezingsprogramma 50PLUS 2021 / 2025 is gepasseerd.
Dit is een automatisch gegeneerd bericht.
Het partijbureau.
PvdA
Geachte heren Beekman en Metz,
Wij danken u zeer voor uw waardevolle input voor het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid. Wij zullen uw stuk met aandacht bestuderen.
Mochten er naar aanleiding daarvan vragen bij ons ontstaan, dan zoeken wij contact voor een nadere mondelinge toelichting.
Namens de programmacomissie
SGP
Geachte heer Beekman en Metz,
Hartelijk bedankt voor uw bijdrage. Als er verder input wenselijk is zal ik het u laten weten.
Met vriendelijke groet,
ChristenUnie
Geachte heren Beekman en Metz,
Heel hartelijk dank voor uw mail voor het nieuwe verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Ik heb uw mail doorgestuurd naar de secretaris van de programmacommissie. De commissie zal alle bijdrages meewegen bij het opstellen van het programma. Mochten zij vragen hebben over uw bijdrage, dan zal men contact met u opnemen.
Met vriendelijke groet,
namens de Verkiezingsprogrammacommissie
JONG
Dank jullie wel!
Het overgrote deel van jullie voorstellen zijn ook de onze. Maar dat we op elkaar aansluiten, wist ik al. Jullie visie is een lange termijn toekomstvisie, een toekomst voor de jeugd en de volgende generaties. Dat is mooi. Want daar ontbreekt het structureel aan bij veel partijen. Ik blijf het ook een gouden combinatie vinden: grootouders die zich inzetten voor de toekomst van hun kleinkinderen. Niet meer alleen je eigen korte termijn belang, maar het belang van je nageslacht. Een beter cadeau kun je niet geven. Niet alleen schenken met de warme hand, maar ook met een warm hart.
Ik zal zorgen dat we jullie tekst ook zeker (wel aangepast naar voor jongeren begrijpbare taal) gaan gebruiken.
De meerderheid van de politiek wil echter zo snel mogelijk weer terug naar ‘normaal’, hoe het voor de crisis was. Dus veel weerklank krijgen deze ideeën nog niet. Daarom willen wij de politiek in, dan moeten ze wel naar ons luisteren.
Het aantal mensen dat met ons meedoet, groeit snel.
5 februari 2020
Aan de leden van de Commissie Energie en Klimaat en de voorzitters van de fracties in de Tweede Kamer
Geachte heer/mevrouw,
Namens de Grootouders voor het Klimaat vragen we uw aandacht voor de aanpak van klimaatverandering.
Met het Klimaatakkoord is een stap in de goede richting gezet maar bij de uitvoering ervan moet veel meer vaart worden gemaakt om daadwerkelijk de Nederlandse en Europese bijdrage aan het Parijs Akkoord zeker te stellen. Dat kan als we (1) het maatschappelijk draagvlak vergroten door het eerlijke verhaal uit te dragen en leiderschap te tonen, (2) regels opruimen die de zaak vertragen, (3) de financiële prikkels vergroenen, (4) een spoedprogramma voor scholing en herscholing realiseren, (5) de energie van de samenleving via energie coöperaties beter benutten.
Wij verzoeken u daarom onderstaande voorstellen met spoed te bevorderen. Vanzelfsprekend zijn we beschikbaar voor verdere toelichting en we zien uit naar uw reactie op deze brief. Morgen (6 februari) zijn we weer te vinden op het Plein bij de ingang van de Tweede Kamer tussen 14.00-15.00u.
Namens de Grootouders voor het Klimaat,
Philip Beekman en Bert Metz
De richting is goed maar het tempo is te laag
Grootouders voor het Klimaat demonstreren nu drie jaar twee maal per maand op het Plein voor het Kamergebouw omdat we de volgende generaties niet met de gevolgen van het klimaatprobleem mogen opschepen. Daarnaast motiveren we anderen met lezingen, voorlichting op onze website, voorleesacties, met een voedselbosproject, en met inspraak op provinciaal niveau. Onze benadering is kritisch, maar altijd constructief.
Op 19 januari 2017 presenteerden wij ons manifest. Daarin staan de minimum doelstellingen die nodig zijn om onze bijdrage te leveren aan de afspraak van Parijs: beperking van de temperatuurstijging tot ruim minder dan 2 graden en streven naar niet meer dan 1,5 graad.
Inmiddels heeft de klimaatbeweging veel meer vaart gekregen, de Klimaatwet is aangenomen, er is een Klimaatakkoord en de Hoge Raad heeft het Urgendavonnis bevestigd. Het Europarlement en de Europese Commissie nemen het voortouw voor een ambitieuze Green Deal; precies waarvoor het kabinet heeft gepleit. Bestuurlijk zijn we dus op de goede weg. Maar dat betekent niet dat we hard genoeg lopen. We hebben de plannen van het Klimaatakkoord vergeleken met ons manifest (zie “evaluatie manifest januari 2019” – bijlage). Resultaat: één groen, 4 oranje en 6 rode stoplichten.
Met windenergie op zee gaat het snel genoeg. Voor productie van duurzame energie op land, de gebouwde omgeving en de industrie liggen er veel goede voornemens, maar er zijn nog veel beren op de weg. Veel plannen moeten nog concreet worden en het Planbureau voor de Leefomgeving heeft al aangegeven dat het gestelde doel van 49% reductie in 2030 met de huidige afspraken niet gehaald gaat worden. Bij de landbouw ligt zoveel nadruk op vrijwillige afspraken en is er zoveel verzet van boeren, dat de noodzakelijke omslag naar een duurzame en circulaire landbouw, met een verschuiving naar plantaardige eiwitbronnen er op deze manier niet gaat komen. En op het gebied van transport, zowel van personen als vracht en zowel nationaal als internationaal zijn de plannen nog onvoldoende om het tij te keren.
De Klimaatwet biedt hoop op een stevige borging van de plannen. Maar daar zullen onvermijdelijk tegenvallers bij voorkomen. Bovendien is er een groot gat bij het voldoen aan het Urgendavonnis en zijn er voor het bereiken van de Europees geagendeerde 55% reductie in 2030 nog helemaal geen plannen. Daarom moeten we nu al extra maatregelen voorbereiden, en die zitten nog niet in de pijplijn.
Er is dus veel in gang gezet, we gaan de goede kant op, maar er moet nog veel meer tempo worden gemaakt. Iedere verandering van snelheid kost moeite en er moet een grote “machine” op gang worden gebracht. Maar alleen op vrijwillige basis gaat deze transitie niet lukken. Er is veel meer leiderschap en doorzettingsvermogen nodig van de overheid.
Diverse partijen hebben gewezen op deze noodzaak van meer leiderschap bij de politiek en ook op de manco’s in ons sociaaleconomisch-politieke systeem die mede oorzaak zijn van het klimaatprobleem. Dat vooruitgang dominant wordt afgemeten aan de groei van het BNP zet ons op het verkeerde been. Welzijn, gezondheid, schone lucht, natuur en een stabiel klimaat tellen niet mee. Het wordt tijd om de nauwe blik op economische groei te verruimen naar welzijn en natuurlijk kapitaal.
We kunnen echter niet wachten tot die omslag is gemaakt. Binnen de huidige kaders kunnen we veel doen om klimaatbeleid te versnellen.
1. Maatschappelijk draagvlak vergroten
De belangrijkste drempel om de noodzakelijke maatregelen snel in te voeren, is het gebrek aan draagvlak daarvoor bij delen van de bevolking (en met name ook de angst bij politici voor gebrek aan draagvlak, zoals wij in veel gesprekken met politici hebben vastgesteld). Gebrek aan kennis bij het publiek over de ernst en omvang van het klimaatprobleem en gebrek aan handelingsperspectief liggen daaraan te grondslag. De sleutel voor dit tweeledige probleem ligt in communicatie.
De kernboodschap van het kabinet bij de presentatie van het Klimaatakkoord is dat de klimaatdoelen haalbaar en betaalbaar zijn, dat we er de tijd voor nemen en dat we er wel komen als we allemaal wat doen. Deze boodschap werkt belemmerend op het nemen van de noodzakelijke maatregelen door burgers en bedrijfsleven. Het suggereert dat het allemaal niet zo’n vaart loopt. Dit, terwijl we nu al de ernstige gevolgen van klimaatverandering ondervinden, en dat bij elke nieuwe statusrapportage blijkt dat de klimaatverandering ernstiger en progressiever is dan eerder verondersteld.
VN-chef Guterres karakteriseert klimaatverandering als “een existentiële bedreiging die sneller gaat dan wij werken om die tegen te houden”. Het Europees parlement heeft met grote meerderheid de klimaatnoodtoestand uitgeroepen.
De eerlijke boodschap aan de bevolking zou zijn:
“De opwarming van de aarde is nu al ruim 1 graad, met alle effecten van dien en met het huidige beleid koersen we af of ruim 3 graden of meer. Maar als we met z´n allen – politiek, bedrijfsleven en burgers – voortvarend aan de slag gaan, dan kunnen we de schade binnen de perken houden en een leefbare wereld voor toekomstige generaties veiligstellen. De oplossingen zijn voorhanden, en worden betaalbaar gemaakt, maar moeten sneller worden aangewend.”
Daarvoor is een indringende en aanhoudende voorlichtingscampagne nodig die over vele kanalen de maatschappij voorlicht over de feiten omtrent klimaatverandering, de onontkoombare noodzaak van de te nemen maatregelen, de vele mogelijkheden voor betaalbare uitvoering daarvan en ook de reëel geboekte voortgang en successen.
De geloofwaardigheid van zo’n voorlichtingscampagne wordt versterkt met een zichtbaar eensgezinde houding van de politiek. Een publieke verklaring van een zo breed mogelijke “Tweede Kamer coalition of the willing” dat de klimaatcrisis top prioriteit heeft, kan helpen een sfeer te creëren dat we als maatschappij als geheel de strijd moeten en zullen aangaan voor een leefbare toekomst. En dat we de daarvoor noodzakelijke maatregelen ondersteunen ook als deze ongemak opleveren of gedragsverandering van ons vragen.
2. Een klimaatcommissaris die de regie heeft
Het is goed dat we met overlegmodellen werken. Daarmee wordt de uitvoering van plannen makkelijker opgepakt. Maar we moeten ook tijdig noodzakelijke besluiten nemen. En we moeten de bewegingsvrijheid voor lokale initiatieven niet smoren in te strakke regels.
Een voorbeeld: Er is een initiatief om bodemwarmtepompen makkelijker te maken voor particulieren. Daartoe moeten een aantal Rijks/provinciale/waterschaps-regels voor bodembescherming, die zijn bedoeld voor diepe industriële boringen, worden verruimd De betrokken gemeenteambtenaar ziet het wel zitten, maar hoe krijgen we zo’n initiatief op gang. Burgers hebben daar geen ingang voor.
Momenteel is het bestuur zo ingericht dat iedere functie in het bestuursapparaat zijn bestuurlijke ruimte opeist. Op zichzelf heel begrijpelijk, maar we kunnen ons niet meer veroorloven dat noodzakelijke besluiten daardoor niet of te laat worden genomen. De Crisis- en Herstelwet is een voorbeeld hoe zo’n situatie is doorbroken, maar dat was alleen voor zeer grote infrastructurele projecten. Wat er nodig is is een institutie zoals die van de Deltacommissaris.
Die kan noodzakelijke thema’s op de agenda zetten en bestuurlijke tegenstellingen aankaarten. Een Klimaatcommissaris met vergelijkbare bevoegdheden kan veel verbeteren. Die zou ook voor burgers en midden- en kleinbedrijf een toegangspoort kunnen vormen om een onderwerp te agenderen, een indicatie voor een oplossing te formuleren en een spoedige afhandeling van de aanpassing in wet- en regelgeving binnen korte termijnen te bevorderen.
3. Sterkere groene financiële prikkels
De trein en ander openbaar vervoer zijn nog steeds duurder dan de auto en het vliegtuig. We belasten het bezit van auto’s minstens zo zwaar als het gebruik ervan. Maximale vergroting van het aandeel variabele kosten in de totale kosten kan een belangrijke impuls zijn voor klimaatvriendelijk reisgedrag. Luchtvaartmaatschappijen krijgen enorme fiscale voordelen (in de orde van 1/3 van hun omzet).
Voor particulieren zijn de huidige subsidies op verduurzaming van hun woningen in veel gevallen volstrekt onvoldoende om investeringen aantrekkelijk te maken. Ook in de verhuurmarkt is de financiering nog niet op orde, terwijl die wel stevig wordt belast. En dat terwijl we de industrie allerlei voordelen gunnen bij energieverbruik.
Terwijl de bio-boeren schamel worden betaald voor hun producten, ligt bio-voedsel tegen hoge prijzen in de supermarkt. Primaire grondstoffen zijn meestal goedkoper dan die uit recycling.
De politiek gaat ervan uit dat de markt dit soort situaties wel zal corrigeren. Maar in de marktprijzen komt de toekomstige milieuschade niet tot uiting. En daarom werkt dat niet, tenzij de overheid belastingen anders inricht. Afgezien van de onrechtvaardigheid van deze situaties, geven ze ook het verkeerde signaal. Hier moet verandering in komen en dat kan alleen de overheid.
Natuurlijk zijn er gele hesjes en boze boeren. En voor zover hun boosheid terecht is moeten we daar rekening mee houden. Maar dat mag ons er niet van weerhouden financiële prikkels in te voeren die het goede gedrag belonen en het slechte gedrag remmen. Er zijn heel veel concrete acties denkbaar; hier zijn er een paar:
– afschaffen motorrijtuigenbelasting; verhogen brandstofbelasting; normaal belasten van vliegverkeer; invoeren rekeningrijden; carpooling nog meer faciliteren;
– BTW op bio-producten afschaffen; regelen dat de marges van de supermarkten voor biologische producten niet hoger zijn dan bij gewone producten; minimum prijzen voor biologische boeren garanderen. Tevens moet de omschakeling naar biologisch boeren en/of kringloop boeren financieel aantrekkelijker gemaakt worden.
– subsidies voor verduurzaming woningen afstemmen op een terugverdientijd die in de industrie gebruikelijk is (enkele jaren tot 5 jaar).
4. Een spoedprogramma voor scholing en herscholing
Voor de transformaties die ons te wachten staan zijn op allerlei gebieden geschoolde mensen nodig. Dat zijn niet alleen de mensen met een technische achtergrond die de gebouwde omgeving kunnen helpen aanpassen of de industrie kunnen verduurzamen. Het zijn ook de boeren die andere methoden moeten gaan gebruiken en de mensen die de sociale kant van de transitie moeten begeleiden.
We staan nu nog maar aan het begin van de omwenteling, en nu al is er een tekort aan geschoolde mensen. Bovendien zullen in bepaalde beroepen banen vervallen (kolencentrales, brandstofauto’s). Daarvoor is een omvangrijke herscholing nodig, met sociale voorzieningen om de overgang te versoepelen. In het Klimaatakkoord is hieraan een afzonderlijk hoofdstuk gewijd met een lange lijst van afspraken en acties om dit voor elkaar te krijgen. Eén daarvan is om een permanente structuur binnen de governance van het Klimaatakkoord in te richten om het pakket aan maatregelen op het terrein van arbeidsmarkt en scholing in gang te zetten en te coördineren.
Helaas is in de Klimaat- en Energieverkenning 2019 (PBL, November 2019) hierover nog niets te vinden.
5. Energie coöperaties meer ruimte geven- de Postcoderoos verruimen
In het energieakkoord was afgesproken dat er in 2020 6000 MW opgesteld vermogen wind op land zal zijn. Inmiddels is duidelijk dat we dit doel niet halen, het wordt vermoedelijk 5000 MW (zie Monitor Wind op Land 2018). Mede als gevolg daarvan zal Nederland nu van andere landen groene energie certificaten moet aankopen. Zonde van het geld. Verder moet volgens het klimaatakkoord het opgesteld vermogen zon- en windenergie op land groeien, zodat daarmee in 2030 35 TWh wordt opgewekt. Dat betekent een groei naar ca 16000 MW vermogen en dat vraagt, zelfs als we rekening houden met aanzienlijk grotere windmolens, meer dan een verdubbeling van het aantal molens.
Uit de Monitor blijkt dat de planvorming vertraging oploopt door technische regelgeving, door moeizame afstemming van vergunningstrajecten en door weerstand van burgers. Die laatste vloeit onder meer voort uit het gevoel dat de burgers wel de lasten dragen van de plaatsing van windmolens in hun buurt maar niet de lusten. En natuurlijk ook omdat ze nog onvoldoende doordrongen zijn van de noodzaak. Vandaar dat in het klimaatakkoord is opgenomen dat er gestreefd moet worden naar 50% participatie van burgers.
Er zijn nu ruim 500 energiecoöperaties actief in Nederland. Die exploiteren zonnedaken en windmolens voor lokale energievoorziening en adviseren burgers over energiebesparing en verduurzaming van hun woning. De Postcoderoos-regeling stimuleert dit, maar de beperkingen daarvan (beperkt gebied, beperkte duur) belemmeren een forse opschaling ervan. Met een royalere regeling, waarbij ook burgers buiten de Postcoderoos kunnen meedoen en de looptijd wordt aangepast aan de levensduur van windmolens en zonnepanelen, kan het enthousiasme van veel burgers worden aangeboord. Dat zal niet alleen een versnelling van de duurzame elektriciteitsproductie op land opleveren, maar ook de acceptatie van windenenergie en zonneparken verhogen en de sociale samenhang versterken.
Helaas lijkt de aangekondigde herziening van de Postcoderoos regeling vast te houden aan de beperkte invulling. Een gemiste kans om de energie die in de samenleving zit aan te boren.
Wij dringen erop aan de herziene Postcoderoos regeling beter in te richten met behoud van voordelen voor burgers, meer mogelijkheden voor gemeenten om initiatieven in gang te zetten en een voorkeursrecht voor burgers om in een collectief project te participeren.
www.grootoudersvoorhetklimaat.nl
Geef kleinkinderen het mooiste cadeau: een leefbare wereld.
Hieronder is in het oranje aangegeven welke vragen zijn gesteld naar aanleiding van onze brief.
2 april 2020
SO Klimaat en energie
Inbreng Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover nog enkele kritische vragen en opmerkingen.
Het kabinet schreef de Tweede Kamer dat ze het eerder toegezegde pakket maatregelen inzake het Urgenda-vonnis uit zal stellen. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie begrijpen dat de coronacrisis op dit moment voor de nodige mate van overmacht heeft gezorgd op het ministerie van economische zaken en klimaat. Toch willen deze leden er ook op wijzen dat Urgenda de Klimaatzaak al won in 2015 en dat ruim daarvoor al bekend was dat de klimaatcrisis om stevige extra maatregelen vraagt. Diverse regeringen deden veel te weinig om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Na de uitspraak in 2015 stond de regering destijds ook niets in de weg om uitvoering te geven aan het vonnis. Sindsdien hebben de huidige en de vorige regering echter bijzonder weinig ondernomen om de absolute ondergrens van minimaal 25% minder uitstoot van broeikasgassen t.o.v. 1990 met zekerheid te halen.
De betreffende kabinetten hebben kostbare tijd verspeeld. In plaats van het vonnis uit te voeren, gingen deze kabinetten in beroep en in cassatie. Aanvullende maatregelen bleven lange tijd uit. Ook de Hoge Raad stelde Urgenda inmiddels in het gelijk. Erkent de minister dat deze en de vorige regering al veel eerder maatregelen hadden kunnen en moeten nemen met als doel het Urgenda-doel met zekerheid te halen? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat, vanwege het cumulatieve effect van broeikasgassen, het opnieuw uitstellen van klimaatmaatregelen er voor zorgt dat de nog te nemen maatregelen steviger van aard zullen moeten zijn dan wanneer de regering eerder was begonnen met het nemen van maatregelen? Zo nee, waarom niet?
Wanneer mogen we die extra maatregelen alsnog verwachten? En in hoeverre gaat de minister de lessen van de coronacrisis meenemen in deze set maatregelen? Wordt het een pakket van maatregelen dat op meerdere terreinen een positief effect zal hebben? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de minister ook hoe het staat met de uitvoering van een aantal aangenomen moties. Ten eerste de aangenomen motie Thieme[1] waarin de regering wordt verzocht een uiterste inspanning te leveren om het reductiedoel voor broeikasgassen in 2020 te halen. Ten tweede de aangenomen motie Van Raan[2] waarin de regering wordt verzocht om het risico te minimaliseren dat de ondergrens van minimaal 25% CO2-reductie in 2020 gemist zou worden. En ten derde de aangenomen motie Van Raan[3] waarin de regering wordt verzocht om ook de door Urgenda gepresenteerde uitbreidingen van het 40-puntenplan serieus te nemen en de Kamer per maatregel te informeren over de afwegingen om deze wel of niet te nemen. Wat kan de minister daar over vertellen?
Met betrekking tot het informeren over de uitbreidingen van het 40-puntenplan – inmiddels heeft Urgenda 54 maatregelen gepresenteerd – vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie ook om de eerdere 40 maatregelen opnieuw serieus te bekijken. Is de minister daartoe bereid? Zo nee, waarom niet? Destijds hanteerde de minister – in strijd met de uitspraak in de Klimaatzaak – nog vier zeer beknellende criteria bij de uitvoering van de aangenomen motie Van Raan c.s.[4], waarin de regering wordt verzocht om alle door Urgenda geïnventariseerde maatregelen serieus te nemen en de Kamer per maatregel te informeren over de afwegingen om deze wel of niet te nemen. Als gevolg daarvan werden enkele effectieve maatregelen geblokkeerd. Inmiddels heeft de Hoge Raad het oordeel in de Klimaatzaak definitief gemaakt. Nederland mag de ondergrens van 25% broeikasgasreductie niet missen. Is de minister daarom bereid om zijn eerdere criteria flexibeler te hanteren, zeker waar ze het realiseren van het vonnis in de weg staan? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereid om meer nadrukkelijk te sturen op snelheid van reductie als belangrijkste criterium? Zo nee, waarom niet?
Het reeds gepresenteerde generieke noodpakket voor banen en economie inzake de coronacrisis kon rekenen op steun van de Partij voor de Dieren-fractie. Deze leden zijn ook uitgesproken voorstander van een nadere uitbreiding van dit pakket voor de groepen die nu nog buiten de boot dreigen te vallen[5]. Denk o.a. aan ZZP-ers, artiesten, sekswerkers, grenswerkers, oproepkrachten, uitzendkrachten, flexwerkers en andere personen met een onzekere positie op de arbeidsmarkt.
Naast deze generieke maatregelen, lijkt het waarschijnlijk dat er ook individuele bedrijven zullen aankloppen voor extra financiële injecties. Meer specifiek stonden KLM en Schiphol bijvoorbeeld al op de stoep van de regering. De luchtvaart in haar huidige verschijning is echter een zeer ontwrichtende sector die radicaal moet hervormen. Een stevige krimp van het aantal vliegbewegingen is noodzakelijk voor klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier. Erkent de minister deze noodzaak tot transitie van de luchtvaartsector? Zo nee, waarom niet? En deelt de minister de mening dat eventuele extra financiële steun voor de luchtvaartsector niet kan bestaan zonder strenge voorwaarden voor het inzetten van deze onvermijdelijke transitie? Zo nee, waarom niet?
Kan de minister meer vertellen over welke andere bedrijven of sectoren momenteel al hebben aangeklopt voor mogelijke extra financiële steun?
De coronacrisis toont aan dat er alom maatschappelijk begrip is voor stevige maatregelen om de crisis aan te pakken. De urgentie is voor bijna iedereen duidelijk. De klimaatcrisis is voor sommigen mogelijk wat abstracter, maar zal helaas in staat blijken te zijn om voor nog veel grotere negatieve gevolgen te zorgen. Op het moment dat we deze gevolgen aan den lijven zullen ondervinden, is het echter mogelijk al te laat om er nog iets aan te kunnen doen. Deelt de minister de mening dat het juist daarom noodzakelijk om de klimaatcrisis met een net zo grote urgentie te behandelen? Zo nee, waarom niet?
In het licht van de financiële en economische noodpakketten die nu loskomen, in Nederland en bij regeringen wereldwijd, wijzen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie op het feit dat ook vóór de coronacrisis de noodzaak al bestond om onze economie radicaal te hervormen en in lijn te brengen met de grenzen van onze Aarde. Het oude business as usual heeft er voor gezorgd
dat we ons nu middenin de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis bevinden. Eventuele bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties kunnen daarom nooit als doel hebben om terug te keren naar dat oude ontwrichtende business as usual. Deelt de minister deze zienswijze? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat er in het huidige fiscale beleid, daterend uit het pre-coronatijdperk, nog veel ruimte is voor vergroening? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat onze economie in het algemeen nog niet in lijn is met de doelstellingen uit het Parijsakkoord? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister de mening dat het eeuwig zonde zou zijn om de nu ontstane financiële ruimte nu niet te benutten om onze economie versneld in de duurzame en toekomstbestendige stand te zetten? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat er in diverse sectoren bedrijven zijn die aanhikken tegen het inzetten van de onvermijdelijke transitie naar een duurzamer verdienmodel? Zo nee, waarom niet? Erkent de minister dat diverse welwillende bedrijven het financieel zeer zwaar zullen krijgen en op termijn mogelijk zelfs failliet zullen gaan of uitgekocht moeten worden, indien ze er niet in slagen om de transitie naar een duurzamer verdienmodel in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat het voor diverse van deze bedrijven erg schadelijk zou zijn als bepaalde aanvullende financiële injecties in de economie zouden worden ingezet om terug te keren naar het oude en ontwrichtende business as usual? Zo nee, waarom niet?
Wat is de visie van de minister op het helpen van zo veel mogelijk bedrijven met het inzetten van de onvermijdelijke transitie naar een duurzamer en toekomstbestendig verdienmodel, juist in het kader van de mogelijke aanvullende bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat dit bij uitstek het moment is om na te denken over slimme voorwaarden aan bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties. Deelt de minister deze zienswijze? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gebruikt moeten worden om mensen en natuur te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties niet gebruikt moeten worden om vervuilende sectoren te beschermen, maar juist om deze vervuilende sectoren versneld te laten verduurzamen en daarmee te helpen om toekomstbestendig te worden? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent het stoppen met fossiele investeringen en investeringen die leiden tot nadere aantasting van de biodiversiteit? Zo nee waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent het opstellen van ambitieuze klimaatplannen door deze bedrijven en sectoren, met als doel om de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk terug te dringen? Zo nee, waarom niet?
De transitie van onze economie vergt de nodige omscholing van werknemers, zo staat o.a. ook opgenomen in het Klimaatakkoord. De consistente aanpak om dit te realiseren is echter nog niet goed zichtbaar. Welke stappen gaat de minister zetten op dit punt? Hoe gaat de minister werknemers van fossiele bedrijven helpen om over te stappen naar duurzame bedrijfstakken?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent werkgelegenheid en sociale voorzieningen? Bijvoorbeeld door een goed sociaal plan op te stellen en door werknemers van fossiele bedrijven te helpen om over te stappen naar een duurzame sector?
Het versterken van een duurzame samenleving en economie is juist op dit moment mogelijk en kan juist een rol spelen in het vitaliseren van de economie en het beperken van de schade. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van de vraag naar verduurzaming van de gebouwde omgeving, wat ook een nadrukkelijk doel is uit het Klimaatakkoord. Installatiebedrijven zouden nu de scholen dicht zijn bijvoorbeeld op grote schaal zonnepanelen kunnen installeren op schooldaken, zoals o.a. ook werd gesuggereerd door Urgenda[6] [7].
Wat is de zienswijze van de minister op het inzetten van de vrijgekomen budgetruimte om, naast bedrijven, ook burgers te helpen bij het verder verduurzamen van de samenleving?
Ziet de minister mogelijkheden voor een ophoging van subsidies voor woningisolatie of het installeren van zonnepanelen en groene daken? Erkent de minister dat een dergelijke aanpak ook economische kansen biedt, bijvoorbeeld voor de isolatiebranche, installatiebedrijven, hoveniers en ondernemers in duurzame energie? Zo nee, waarom niet?
Is de minister van plan om, juist omdat de economie nu harde klappen krijgt, de vraag naar klimaatvriendelijke producten en diensten aan te wakkeren? Zo nee, waarom niet?
Kent de minister de brief van de Grootouders voor het Klimaat?[8] Is de minister het eens met de beoordeling in de “stoplichten rapportage” dat we nog niet snel genoeg gaan om de doelen van Parijs te halen? Zo nee, kan de minister dan per onderwerp in de rapportage aangegeven waar het beeld gunstiger is en waarom?
Hoe gaat de minister het enthousiasme van burgers inzake deelname aan lokale energiecoöperaties behouden en vergroten? Welke ruimte ziet de minister nog om complexe regelgeving te vereenvoudigen, met als doel om lokale duurzame initiatieven sneller op gang te helpen? Ziet de minister bijvoorbeeld een mogelijke rol voor een klimaatcommissaris om vertraging tijdens de bestuurlijke processen sneller vlot te trekken? Zo nee, waarom niet?
Is de minister bereid om bij de herziening van de Postcoderoosregeling in te zetten op een verruiming zodat burgers meer mogelijkheden krijgen zelf het heft in handen te nemen en daarmee het draagvlak voor de uitbouw van duurzame energie op land aanzienlijk te vergroten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren danken de minister voor zijn uitgebreide brieven over zijn visie op gassen in het toekomstige energiesysteem. De leden hebben daarover een aantal kritische vragen.
Voor de leden is het van belang dat de oplossingen die gekozen worden duurzaam zijn. Oplossingen waarbij CO2 uitgestoten wordt zijn daarom onwenselijk. Kan de minister daarom toelichten waarom hij spreekt over CO2-vrije gassen wanneer hij daarmee ook doelt op biogassen? Klopt het dat bij de verbranding van biogas (of groen gas zoals de minister het noemt) CO2 en/of andere broeikasgassen vrij komen (los van of deze wellicht worden afgevangen)? Deelt de minister de mening dat het feit dat de uitstoot niet geregistreerd hoeft te worden niet betekent dat uitstoot niet plaatsvind?
En deelt de minister de mening dat CCS of CCU bij de bepleite inzet van biogassen in de gebouwde omgeving of de mobiliteitssector niet of nauwelijks mogelijk is? Op welke manier en met welke kosteneffectiviteit is dat wel mogelijk volgens de minister? De leden vragen de minister zich te onthouden van het gebruik van promotietaal (zoals ‘groen’ gas of ‘CO2-vrij’ gas) omtrent deze gassen omdat die een valselijk beeld schetst over de bijdrage van deze gassen aan de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer en de klimaatverandering. Is hij daartoe bereid? Onderschrijft de minister dat promotietaal niet gewenst is? Zo nee, waarom niet?
De minister geeft aan dat in 2050 30 – 50% van het finale energieverbruik ingevuld zal moeten worden doormiddel van gassen. De inzet zoals die is beschreven in de brieven lijkt vrijwel geheel op die aanname te berusten. De leden vragen de minister deze aanname beter uit te werken en te beargumenteren. Kan de minister specifiek aangeven waarop de marge van 337-775 PJ waarover hij schrijft gebaseerd is? Waar in het Berenschot-rapport is deze marge terug te vinden?
En welke volgorderlijkheid is volgens de minister wenselijk? Moet er eerst uitgezocht worden welke gassen en welke volumes op een wenselijke, en daadwerkelijk duurzame, wijze geproduceerd kunnen worden óf moet eerst uitgezocht worden welke vraag er zal zijn in 2050 en vervolgens bedacht hoe die in te vullen?
In die context vragen de leden de minister verder waar het duurzaamheidskader biomassa is dat de Tweede Kamer beloofd was voor maart 2020. Kan hij dit zo snel als mogelijk aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
En is de minister met de leden van de Partij voor de Dieren van mening dat het uiteenzetten van een visie over de inzet van biogassen, terwijl nog onvoldoende bekend is over de duurzaamheid en de beschikbaarheid van biomassa, nooit een volledige visie kan zijn en daarmee onwenselijk is? Zo nee, waarom niet? Dit is relevant aangezien de minister het nog te ontvangen duurzaamheidskader wel al integraal van toepassing verklaart op de door hem nu uiteengezette toekomstvisie. Op basis van welke informatie verklaart de minister dit kader reeds integraal van toepassing?
De leden lezen in de brieven van de minister dat de inzet van gassen voor de gebouwde omgeving nodig is in oude stadskernen en buitengebieden omdat een warmtenet of elektrificatie daar beperkt haalbaar is. De leden vragen de minister duidelijker aan te geven waarom elektrificatie voor de gebouwde omgeving in het buitengebied middels elektrificatie in combinatie met lokale opwek en beperkte opslag onvoldoende mogelijk is? Deelt de minister de mening van de leden van de Partij voor de Dieren dat vanwege de onvermijdelijke krimp van de veestapel in Nederland het onwenselijk is om voor de energievoorziening afhankelijk te worden van de grootte van die veestapel? Zo nee, waarom niet?
Heeft de minister kennis genomen van alle reeds verschenen rapporten/adviezen die de overheid adviseren de veestapel te doen krimpen? Zoals bijvoorbeeld rapporten van het PBL en de RLI.
Van – bij benadering – welke omvang van de veestapel gaat de minister uit (in 2030 en 2050)? Erkent u dat bij het totstandkomen van dierlijke mest onvermijdelijk zeer actieve broeikasgassen zoals methaan vrijkomen? Kan daarom volgens de minister wel gesteld worden dat energie afkomstig uit de vergisting van mest geen bijdrage levert aan de klimaatverandering? Zo ja, waarom?
Op basis van welke gegevens komt de minister tot de conclusie dat er momenteel slechts 3% van de mest wordt vergist? En hoe beoordeeld de minister dat wetende dat er tussen 2007 en 2017 al 2,5 miljard aan subsidie is gegeven aan mestvergisters, mestvergassers en andere manieren van energie opwekking uit dierlijke resten en excrementen? Hoeveel subsidie is dat tussen 2017 en 2020 nog geweest?
Kan de minister aangeven of hij tevreden is over het behaalde rendement van de subsidies in deze sector aangezien mestvergisters en vergassers naast de vele schadelijke neveneffecten die zij hebben dus ook nog eens bijzonder duur zijn? Hoe is de voorgenomen inzet van de minister op biogas te rijmen met het standpunt van de regering, dat lange tijd zeer stringent gehandhaafd werd, dat maatregelen kosten efficiënt moeten zijn? Kan de minister aangeven met welke prijs per ton vermeden CO2 hij denkt dat mestvergisters gaan draaien? Is de minister bereid, gegeven de hoge prijs en de vele schadelijke neveneffecten zijn inzet op biogassen te heroverwegen?
Kan de minister de omzet (130 miljoen) die hij benoemt van de biogassector uitsplitsen naar de verschillende bronnen (mest, slib of biomassa) waaruit dit gewonnen is? Zo nee, waarom niet?
De minister schetst verder een vergelijking tussen de voorgenomen werkwijze omtrent de garanties van oorsprong (GvO) voor de biogassen en de huidige praktijk bij biobrandstoffen. Is de minister bekend met de fraudegevoeligheid van dit systeem bij biobrandstoffen? Is de minister bekend met de grootschalige fraude die daar reeds plaatsvindt? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat een soortgelijk systeem zoals nu gebruikt wordt bij biodiesels in de praktijk onmogelijk waterdicht is te krijgen. Zij vragen de minister daarom deze systematiek te heroverwegen en kenbaar te maken hoe hij fraude gaat voorkomen. Is de minister daartoe bereid? Zo nee, waarom niet? Welke garantie kan de minister geven dat er geen fossiele gassen ingezet of gerekend zullen worden als zogenaamd duurzame biogassen?
Is de minister met de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren van mening dat waterstof gemaakt moet worden met duurzame energie? En kan de minister in het licht daarvan ingaan op de relatie tussen de beschikbaarheid, nu en in de toekomst, van duurzame energie in Nederland en de productie van waterstof? Kan de minister in het licht van de beschikbaarheid van duurzame energie ook reflecteren op de “unieke uitgangspositie van Nederland” voor waterstof?
Maakt de beperkte beschikbaarheid van duurzame energie Nederland volgens de minister een geschikt land voor grootschalige waterstofproductie? Zo ja, hoe dan? Kan de minister aangeven welke soort waterstof hij bedoeld wanneer hij spreekt over CO2 vrije waterstof? En op welke schaal denkt de minister op dit moment gebruik te gaan maken van CCS voor de productie van waterstof?
Maakt de beperkte beschikbaarheid van duurzame energie Nederland volgens de minister een geschikt land voor grootschalige waterstofproductie? Zo ja, hoe dan?
Kan de minister aangeven welke soort waterstof hij bedoeld wanneer hij spreekt over CO2 vrije waterstof? En op welke schaal denkt de minister op dit moment gebruik te gaan maken van CCS voor de productie van waterstof?
[1] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-thieme-verzoekt-regering-uiterste-inspanning-te-leveren-om-uitstoot-van-broeikasgassen-in-2020-met-ten-minste-25-te-verminderen
[2] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-geen-risico-nemen-met-urgenda-vonnis
[3] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-per-maatregel-informeren-over-extra-urgenda-maatregelen
[4] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-thieme-c-s-neem-alle-urgenda-maatregelen-serieus
[5] https://www.partijvoordedieren.nl/bijdragen/bijdrage-van-raan-aan-debat-over-economische-steunmaatregelen-als-gevolg-van-corona-crisis
[6] https://www.urgenda.nl/themas/klimaat-en-energie/40-puntenplan/
[7] https://www.nporadio1.nl/politiek/22708-urgenda-wil-snel-steviger-klimaatbeleid-na-uitstel-door-corona [8] Grootouders voor het Klimaat (d.d. 19 februari 2020): ‘De richting is goed maar het tempo is te laag’. Kamerstuk: 2020D07979.
[8] Grootouders voor het Klimaat (d.d. 19 februari 2020): ‘De richting is goed maar het tempo is te laag’. Kamerstuk: 2020D07979.
Vraag 220
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de coronacrisis aantoont dat er alom maatschappelijk begrip is voor stevige maatregelen om de crisis aan te pakken. De urgentie is voor bijna iedereen duidelijk. De klimaatcrisis is voor sommigen mogelijk wat abstracter, maar zal helaas in staat blijken te zijn om voor nog veel grotere negatieve gevolgen te zorgen. Op het moment dat we deze gevolgen aan den lijven zullen ondervinden, is het echter mogelijk al te laat om er nog iets aan te kunnen doen. Deelt de Minister de mening dat het juist daarom noodzakelijk om de klimaatcrisis met een net zo grote urgentie te behandelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja, dat deel ik. De klimaatcrisis heeft op geen enkele manier als gevolg van de huidige gezondheidscrisis aan urgentie ingeboet.
Commentaar: mooi, dat zullen we onthouden.
Vraag 222
Erkent de Minister dat er in het huidige fiscale beleid, daterend uit het pre-coronatijdperk, nog veel ruimte is voor vergroening? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De economische gevolgen veroorzaakt door het coronavirus zullen fors zijn. Het kabinet zet daarom thans in op een pakket aan maatregelen om de korte termijn gevolgen van de crisis te matigen. Tegelijk blijft het kabinet inzetten op het realiseren van de klimaatdoelen. Onderdeel daarvan is ook de inzet van fiscale instrumenten. Wat dat betreft zie ik geen verschil in de inzet van fiscale vergroeningsopties voor en na de huidige crisis. Dit jaar zal het Ministerie van Financiën een evaluatie starten van de energiebelasting en neemt daarin ook mogelijke wijzigingen van de richtlijn energiebelastingen mee. Deze richtlijn zal naar huidige verwachting in 2021 op voorstel van de Europese Commissie worden herzien, mede in verband met de Europese Green Deal.
Commentaar: jammer dat deze kans niet wordt aangegrepen. De minister geeft aan te gaan evalueren en we mopete maar hopen dat er dan meer aan het fiscale beleid wordt gedaan.
Vraag 232
Welke stappen gaat de Minister zetten op het punt van arbeidsmarkt en scholing? Hoe gaat de Minister werknemers van fossiele bedrijven helpen om over te stappen naar duurzame bedrijfstakken?
Antwoord
Om de beschikbaarheid van menselijk kapitaal en efficiëntere inzet van de bestaande menskracht te realiseren zet het kabinet verschillende instrumenten in, zoals het stimuleren van voldoende technisch opgeleid personeel via Techniekpact. Ook via de regeling MKB!dee wordt expliciet ondersteuning geboden voor initiatieven rond de energietransitie. Bovendien werkt het kabinet samen met partijen uit de bouwsector onder de noemer «Mensen maken de transitie» om te komen tot efficiëntere inzet van menselijk kapitaal bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving en hier lessen uit te trekken. Andere voorbeeld waar het kabinet aan werkt zijn het Groenpact, waarin gewerkt wordt aan voldoende goedgeschoold personeel om onze fysieke leefomgeving klimaatbestendig te maken en te houden, en het initiatief «Leren voor Morgen» waarin de nieuw benodigde vaardigheden in de toekomstige, circulaire economie worden geïdentificeerd. Daarnaast werkt het kabinet ook aan het stimuleren van om- en bijscholing en opvangen van eventueel werkgelegenheidsverlies. De energietransitie levert veel kansen op, maar het is eveneens waarschijnlijk dat mensen in de fossiele sectoren hun baan zullen verliezen. Hierbij is sprake van zogenoemde transitie-effecten. Hoe groot de transitie-effecten zijn hangt af van in hoeverre werkenden en ondernemingen zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Om hierbij te ondersteunen heeft het kabinet de Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie ingericht. Deze voorziening is gericht op van-werk-naar-werk begeleiding en om- en bijscholing van werkenden. In deze voorziening is tot en met 2030 € 22 miljoen gereserveerd. Deze voorziening zal worden uitgewerkt c.q. aangewend in overleg met sociale partners.
Commentaar: Instrumenten worden genoemd: Techniekpact, MKB!dee, Mensen maken transitie, Groenpact, Leren voor Morgen, Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie. Helaas wordt er niet gevraagd naar aantallen en voortgangsmonitoring, verwachte effecten en termijnen; dus gaat de minister daar niet op in.
Vraag 233
Wat is de zienswijze van de Minister op het inzetten van de vrijgekomen budgetruimte om, naast bedrijven, ook burgers te helpen bij het verder verduurzamen van de samenleving?
Antwoord
Ik deel de zienswijze niet dat er door de coronacrisis, een gezondheidscrisis, extra financiële ruimte is ontstaan voor versnelling van bijvoorbeeld de energie- en klimaattransitie.
Commentaar: dat is jammer
Vraag 234
Ziet de Minister mogelijkheden voor een ophoging van subsidies voor woningisolatie of het installeren van zonnepanelen en groene daken? Erkent de Minister dat een dergelijke aanpak ook economische kansen biedt, bijvoorbeeld voor de isolatiebranche, installatiebedrijven, hoveniers en ondernemers in duurzame energie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik erken dat de energie- en klimaattransitie kansen biedt voor specifieke branches en bedrijven. In verband met de coronacrisis wil het kabinet extra tijd nemen om te voorkomen dat maatregelen een extra last leggen op bedrijven die getroffen zijn door de crisis, en waar mogelijk juist voor een economische impuls kunnen zorgen in sectoren waarbij vanwege de coronacrisis de economische activiteit terugloopt.
Commentaar: dus geen ombuiging naar duurzame sectoren?
Vraag 235
Is de Minister van plan om, juist omdat de economie nu harde klappen krijgt, de vraag naar klimaatvriendelijke producten en diensten aan te wakkeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het beleid van het kabinet gericht op het stimuleren van klimaatvriendelijke producten en investeringen blijft ook in deze periode overeind. Dat betekent dat subsidieregelingen open blijven en dat we via de brede publiekscampagnne «Iedereen doet WAT» burgers en bedrijven blijven stimuleren om de duurzame keuze te maken bij aankoop- en vervangmomenten. Daarnaast wordt momenteel ambtelijk verkend wat het effect is (van de gevolgen van) de COVID-19-uitbraak op het klimaat- en energiebeleid. Het streven is om de Kamer hierover voor de zomer nader te informeren.
Commentaar: in dit stadium dus niet meer dan er al gedaan wordt (maar ookniet minder); die laatste zin biedt een opening, en we zijn benieuwd
Vraag 236
Kent de Minister de brief van de Grootouders voor het Klimaat?
Antwoord
Ja.
Commentaar: mooi
Vraag 237
Is de Minister het eens met de beoordeling in de «stoplichten rapportage» dat we nog niet snel genoeg gaan om de doelen van Parijs te halen? Zo nee, kan de Minister dan per onderwerp in de rapportage aangegeven waar het beeld gunstiger is en waarom?
Antwoord
Met het doel van 49% nationale reductie en de ambitie om de Europese doelstelling voor 2030 te verhogen naar 55% levert Nederland zijn bijdrage aan het realiseren van de doelen van Parijs.
Commentaar: dat gaat wel in op het doel, maar niet op de snelheid; zwak antwoord; bovendien negeert het de inhoud van die rapportage en het zgn CO2 budget
Vraag 238
Hoe gaat de Minister het enthousiasme van burgers inzake deelname aan lokale energiecoöperaties behouden en vergroten?
Antwoord
Vertegenwoordigers van energiecoöperaties waren actief betrokken bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord, met name bij de sectortafel Elektriciteit en de sectortafel Gebouwde omgeving. Daarin zijn verschillende acties neergelegd om te bevorderen dat ondernemende burgers, verenigd in energiecoöperaties, een rol spelen bij de uitwerking van de afspraken over burgerparticipatie, het streven naar 50 procent lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land en de wijkgerichte aanpak bij de warmtetransitie.
Ook ben ik in gesprek met organisaties die werken aan de versterking van burgerparticipatie. Het gaat hier onder andere om de Participatiecoalitie (Natuur en Milieufederaties, Energie Samen, Energieloketten, HIER, Buurkracht en LSA Bewoners) die de afgelopen jaren veel ervaring heeft opgedaan met het meedenken met en ondersteunen van bewoners en waaraan ik in het kader van het Klimaatakkoord subsidie verstrek ter bevordering van (burger)participatie in de RES’en en wijkenaanpak. De Participatiecoalitie draagt ook bij aan het invulling geven van het streven naar 50% lokaal eigendom in de RES’en. Binnenkort verstuur ik een Kamerbrief over de herziening van de Postcoderoosregeling
Binnenkort verstuur ik een Kamerbrief over de herziening van de Postcoderoosregeling. De Postcoderoosregeling is er voor lokale energiecoöperaties. In die brief ga ik in op het beleid ten aanzien van deelname aan lokale energiecoöperaties.
Commentaar: die brief is er inmiddels. Er komt een subsidieregeling voor coöperaties en VVE’s voor kleinere installaties binnen een postcoderoosgebied. De rest gaat dan via SDE+; over de effecten op de burgerparticipatie wordt niet gerept.
Vraag 239
Welke ruimte ziet de Minister nog om complexe regelgeving te vereenvoudigen, met als doel om lokale duurzame initiatieven sneller op gang te helpen?
Antwoord
Naar aanleiding van het SGP-manifest «De burger aangesloten: Ruim baan voor lokale energieprojecten» is vorig jaar gekeken naar een aantal concrete suggesties om regelgeving aan te passen. Graag verwijs ik naar mijn reactie op dit manifest23. Tevens verstuur ik binnenkort een brief waarin de herziening van de Postcoderoosregeling centraal staat. Daarin kunt u lezen wat mijn plannen met betrekking tot lokale energiecoöperaties zijn.
Commentaar: zie bij 238; het genoemde manifest signaleert een aantal; propblemen, maar niet de complexe regelving; de brief over het manifest suggereert dat de minstrer daar in de meeste gevallen al veel aan doet. Wij hebben de indruk dat de burgerinitiatieven daarmee nog steeds moeilijk op gang te brengen zijn.
Vraag 240
Ziet de Minister bijvoorbeeld een mogelijke rol voor een klimaatcommissaris om vertraging tijdens de bestuurlijke processen sneller vlot te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Met de huidige governance van het Klimaatakkoord en de borgingscyclus van de Klimaatwet zijn er naar mijn mening op dit moment genoeg instrumenten om eventueel vertraagde processen vlot te trekken.
Commentaar: waar is de ingang voor de burger als hij tegen muren aanloopt? En hoe snel wordt die dan geholpen?
Vraag 241
Is de Minister bereid om bij de herziening van de Postcoderoosregeling in te zetten op een verruiming zodat burgers meer mogelijkheden krijgen zelf het heft in handen te nemen en daarmee het draagvlak voor de uitbouw van duurzame energie op land aanzienlijk te vergroten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Binnenkort verstuur ik een brief waarin de herziening van de Postcoderoosregeling centraal staat.
Commentaar: de minsiter gaat in die aanpak juist de andere kant op; installaties tot 1MW enhandhaving van de bestaande postcoderoos. Of de SDE
De commissievergadering had een schriftelijke vorm. Minister Wiebes heeft schriftelijk antwoord gegeven op de vragen.
Je kunt alle vragen hier terugvinden: Vragen en antwoorden uit verslag commissie EZK 20200423 kamerstuk kst-31239-316
De antwoorden op de vragen die de Partij voor de Dieren vanuit het stuk van de Grootouders voor het Klimaat heeft gesteld, staan hieronder.
De Grootouders voor het Klimaat roepen al sinds december 2016 de politiek op haast te maken met de bestrijding van klimaatverandering. De toekomst van onze kleinkinderen staat op het spel.
Afgelopen vrijdag presenteerde het Kabinet eindelijk haar voorstel voor het Klimaatakkoord. Het is een omvangrijk pakket overheidsmaatregelen en (vrijwillige) afspraken tussen overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties dat moet leiden tot een halvering van de CO2 -uitstoot van Nederland in 2030 ten opzichte van 1990. Nederland verovert, als de plannen worden uitgevoerd, een plek binnen de kopgroep van EU-lidstaten.
Zijn wij tevreden?
Er staan een groot aantal goede voornemens in het plan om in 2030 de reductie van de CO2 uitstoot te realiseren en daar zijn wij blij mee:
Maar mooie plannen alleen zijn niet voldoende. Het gaat uiteindelijk om de uitvoering daarvan. Gezien de urgentie van de klimaatcrisis en gezien de grote veranderingen die nodig zijn verwachten wij dat er snel maatregelen worden ingevoerd. En daar ontbreekt het aan in het kabinetsvoorstel.
Het Urgenda vonnis is genegeerd.
Het klimaatakkoord is volstrekt onvoldoende om te kunnen voldoen aan de uitspraak van de rechter in de Urgenda zaak, nl. dat in 2020 een reductie van 25% moet zijn bereikt. Het kabinet lapt een rechterlijke uitspraak aan zijn laars! Zie NRC en NOS. Dat is niet alleen een ondermijning van de rechtstaat, het is ook een weerspiegeling van het gebrek aan durf. Het kabinet verschuilt zich achter het gebrek aan draagvlak, terwijl Urgenda juist een pakket voorstellen heeft gepubliceerd dat gesteund wordt door ruim 700 organisaties en op korte termijn kan worden uitgevoerd: het 40 puntenplan.
Het gebrek aan durf is ook zichtbaar in de voorzichtige aanpak bij de uitvoering. Veel maatregelen zullen pas later van kracht worden, artikelen Parool, Trouw en NRC.
Het kabinet is bevreesd voor gebrek aan draagvlak onder de bevolking en mikt vooral op een verlaging van de energierekening (door de industrie meer energiebelasting te laten betalen en de huishoudens minder), het afzien van accijnsverhogingen op benzine en diesel en veel vrijwillige maatregelen. In een interview met NRC noemde hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans het “de kool en de geit sparen”, artikel NRC.
Als Grootouders hebben we het kabinet keer op keer opgeroepen draagvlak te creëren en de bevolking ervan te doordringen dat onmiddellijke actie nodig is. Dat is niet gebeurd. Dan nu gebrek aan draagvlak aanvoeren om het rustig aan te doen is niet geloofwaardig.
Er zitten overigens nog meer zwakke plekken in het pakket:
Hoe gaat het verder?
Het kabinetsvoorstel zal nog door het Parlement worden besproken en concrete wetsvoorstellen zullen door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. In dat proces is er dus ook ruimte om zaken te verbeteren. Als Grootouders zullen we blijven hameren op een snelle aanpak, want de toekomst van onze kleinkinderen staat op het spel.
Geachte fractie ……
In alle provincies wordt op dit moment hard gewerkt aan de vorming van een nieuw college en een nieuw collegeprogramma. Dat biedt nieuwe kansen. Als provinciaal bestuur vertegenwoordigt u alle burgers in uw provincie. Zo’n 80% van de kiezers stemden op partijen die voldoende CO₂-reductie willen realiseren om ‘Parijs’ te halen. Aan u de taak om dat zichtbaar te maken in het collegeprogramma voor de komende 4 jaar.
Provincies hebben heel veel mogelijkheden om beleid te ontwikkelen waarmee klimaatverandering kan worden tegengegaan. Wij noemen: duurzame energie, landbouw, veehouderij, mobiliteit en bossen. De provincies spelen een cruciale rol op deze en andere klimaat gerelateerde terreinen. Wij vragen u om op al deze gebieden het uiterste te doen om te zorgen dat Nederland de afspraken van het Parijs Akkoord nakomt. Op landelijk niveau zijn er goede voornemens om dit te realiseren, maar zonder ambitieus provinciaal klimaatbeleid zal dat nooit kunnen lukken. De maatregelen die de provincies de komende jaren nemen zijn van groot belang.
Als Grootouders voor het Klimaat (grootoudersvoorhetklimaat.nl) hebben ook wij de afgelopen twee jaar eraan bijgedragen dat de politiek de urgentie inziet van de aanpak van klimaatverandering door ons manifest en onze tweewekelijkse demonstraties bij de Tweede Kamer. Het is nu het moment om ons ook tot u te richten.
Wij, Grootouders voor het Klimaat, doen een dringend beroep op u om te zorgen voor een ambitieus klimaatbeleid. Wij hebben met elkaar de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een leefbare wereld en een gezond klimaat voor onze kleinkinderen.
We horen graag wat uw bijdrage wordt aan een ambitieus coalitieakkoord in uw provincie. Wij rekenen op uw inzet voor alle kinderen en kleinkinderen van Nederland.
Namens Grootouders voor het Klimaat,
Philip Beekman, Sietse Brouwer, Anneke Duijndam, Margriet Goddijn, Lowie van Liere en Bert Metz.
Zuid-Holland GroenLinks
Beste grootouders,
Veel dank voor jullie e-mail. Wij ondersteunen jullie oproep van harte en gaan ons best doen jullie oproep voor een ambitieus klimaatbeleid gestalte te geven in Zuid-Holland. Veel succes met jullie beweging, mochten jullie dat op prijs stellen dan zijn we natuurlijk graag bereid met jullie van gedachten te wisselen.
Hartelijke groet,
Erik van Zuylen
Fractiemedewerker GroenLinks Zuid-Holland
Utrecht ChristenUnie
Aan alle grootouders,
Wij kunnen jullie oproep van harte onderschrijven…
Het klimaatbeleid is voor ons een belangrijk onderwerp in de coalitiebesprekingen.
Met vriendelijke groet,
Namens de Utrechtse statenfractie van de ChristenUnie,
Kees de Heer
Flevoland GroenLinks
Beste grootouders,
Dank voor uw mail, waarin u de fracties aanmoedigt om alles in het werk te stellen om de Parijs klimaat akkoorden te halen.
U zult begrijpen dat dit voor GroenLinks niet meer dan vanzelfsprekend is, kijkt u maar naar ons verkiezingsprogramma voor Flevoland.
Inmiddels hebben we het rapport van de informateur ontvangen, waarin een coalitie wordt voorgesteld die niet door wil gaan op de ingezette weg van de energietransitie, de luchthaven Lelystad zo snel mogelijk wil laten groeien en de plannen voor het mooie Nationale Park Nieuwe Natuur geen prioriteit geeft.
Helaas doen daar ook partijen aan mee die tot de 80% behoren.
Als GroenLinks zullen we natuurlijk alles doen wat in ons vermogen ligt om wel een ambitieus klimaatbeleid te voeren.
Ik wens u veel succes met deze actie.
Corina Straatsma
Statenlid voor GroenLinks Flevoland
Utrecht Partij voor de Dieren
Geachte Grootouders voor het Klimaat,
In antwoord op uw vraag wat onze bijdrage wordt aangaande de komende bestuursperiode,
kunnen wij bevestigen dat wij net als u het tegengaan van klimaatverandering en de energietransitie tot hoogste prioriteit rekenen.
In de bijlage vindt u ons recente verkiezingsprogramma, en hierbij een onze bijdrage voor de komende bestuursperiode:
“Voorzitter, Graag wil ik de winnaars van deze verkiezingen feliciteren en de nieuwkomers welkom heten.
De Partij voor de Dieren is één van de partijen die nog nooit verloren hebben. Er hebben 7.000 kiezers meer gestemd op ons in vergelijking met 2015. Helaas heeft het niet geresulteerd in een extra zetel. Voor mijn fractie is het wel een signaal dat wij op de goede weg zitten en dat het vasthouden aan idealen door steeds meer kiezers belangrijk wordt gevonden.
Wij groeien structureel door, in de schaduw van de vaak tijdelijke grotere successen van anderen. De Partij voor de Dieren is het groene anker van de politiek en in die zin zijn wij een vaste waarde buiten de traditionele machtsblokken. De Partij voor de Dieren is niet meer weg te denken en is steeds vaker de doorslaggevende stem.
Wij zien als belangrijkste opgaven voor de komende periode herstel van de biodiversiteit en het tegengaan van klimaatverandering. En als belangrijkste oplossingsrichting daarvoor een einde aan de intensieve veehouderij.
De Partij voor de Dieren Utrecht loopt niet weg van verantwoordelijkheid, maar heeft wel beloftes gedaan en daar is campagne op gevoerd. Ons inziens roept een groot deel van de kiezers in Utrecht op om een (donker)groene coalitie te onderzoeken. Het ziet er naar uit dat de tijd van de grote traditionele partijen voorbij is. En dat in de provincie Utrecht twee opties zijn: conservatief of groen/progressief. Onze voorkeur gaat uit naar de laatste optie. De Partij voor de Dieren stelt dan ook voor dat de grootste partij, GroenLinks, het voortouw neemt in het onderzoeken van een groen/progressieve coalitie.
Voorzitter, ik dank u wel. Hiltje Keller.”
https://utrecht.partijvoordedieren.nl/bijdragen/bijdrage-duiding-verkiezingsuitslag
Friesland VVD
Geachte dames/heren,
Dank voor uw mail.
Onze onderhandelaars bij de coalitiebesprekingen nemen kennis van uw brief. Wij hebben op dit moment nog niet in beeld of wij in de gelegenheid gesteld worden om aan het coalitieakkoord mee te schrijven. Wanneer dit het geval is zullen wij er zeker voor zorgen, dat punten uit ons verkiezingsprogramma op allerlei terreinen hierin vertegenwoordigd zijn.
Met vriendelijke groet,
Rineke Valk
Fractie medewerker
Statenfractie Fryslân VVD
Friesland Partij voor de Dieren
Beste mensen,
Hartelijk dank voor uw mail. Wij vinden het fijn te lezen dat ook anderen zich inzetten voor een snelle transitie naar een klimaatneutrale samenleving.
Als Partij voor de Dieren zijn we aanjager van een snelle overgang. Dat zullen we ook bij de besprekingen van het coalitieakkoord naar voren brengen: wat ons betreft doet de overheid alles wat ze kan om zo snel mogelijk te zorgen voor een leefbare aarde. Ook na de fase van het coalitieakkoord zullen we ons daarvoor in blijven zetten.
Met vriendelijke groet,
Lyde Bander
Friese Statenfractie Partij voor de Dieren
Gelderland 50PLUS
Hallo Grootouders van Nu,
Ik stuur u mijn betoog die ik heb gepresenteerd op onze eerste Statenvergadering van 28 maart jl. en dit betoog ook ruim besproken bij het gesprek met de informateur.
U ziet dan ook dat Klimaat en duurzaamheid ook voor ons een belangrijk punt is waar wij veel aandacht aan willen schenken.
Met vriendelijke groeten,
Marcel Bruins
Statenlid/fractievoorzitter 50PLUS Gelderland
Speech 28-03-2019
VZ Allereerst willen ook wij het Forum voor Democratie en GroenLinks van harte feliciteren met het behaalde resultaat. 50PLUS, ooit bedoeld als leeftijdsindicatie voor wiens belangen wij behartigen, is aan het groeien en veranderen. Natuurlijk zijn wij er in de eerste plaats nog steeds voor de ouder wordende mens; d.w.z. voor de ouderen van nu en van de toekomst. 50PLUS wil ook echt plussen; dus iets toevoegen. Dat toevoegen is onder andere: verbinding. Want VZ, deze verkiezingen hebben eens te meer aangetoond hoe verdeeld de Nederlandse bevolking is ten aanzien van het klimaat en milieu.
Hoe staat 50PLUS hierin? Er is natuurlijk wat aan de hand met het klimaat in de wereld. En of dat wel of niet komt door ingrepen van de mens is misschien niet eens zo interessant. Ook al zou er geen klimaatverandering zijn, dan is het nog een goed idee om verstandig met onze grondstoffen om te gaan, want hoe dan ook, die raken ooit uitgeput. En het is ook heel verstandig om maatregelen te treffen zodat alle vuiligheid, veroorzaakt door de mens en de bedrijven, niet meer in de leefomgeving terecht komt. Het is daarom naar onze mening ook niet eens interessant wie er nu gelijk heeft. Wat wij vooral zien is dat beide kampen zondermeer van hun eigen gelijk uitgaan. Dat is onverstandig. Maar radicale aanpak met als doel voorop te willen lopen, ten koste van de mensen die het toch al niet breed hebben, gaat er bij ons niet in.
En die oplossingsrichting zie je vooral bij GroenLinks en D66.
VZ Als je Groesbeek van het gas af wilt halen, maar 5 kilometer verderop over de grens met Duitsland krijgen de inwoners een subsidie van 700 euro als ze een gasaansluiting nemen, dat valt aan niemand uit te leggen. Maar alles ontkennen is ook naïef. Wat wij vooral zien is dat er totaal niet meer wordt geluisterd naar de argumenten van de ander.
VZ 50PLUS wil wel luisteren en wel naar alle argumenten. Dat heeft te maken met gezond verstand, bezinning en levenservaring. We zijn weliswaar de kleinste partij in dit gremium, maar we zijn wel verdubbeld ten opzichte van de vorige periode. 50PLUS wil daarom graag een katalysator zijn. Het onderwerp klimaatverandering is namelijk te gevoelig en te gevaarlijk om zo vechtend tegenover elkaar te blijven staan. Wij roepen beide kampen op om over hun eigen schaduw heen te stappen. Te horen wat er nu echt wordt gezegd, te kijken naar de dingen waarover een gelijkvormige mening bestaat en te zoeken naar een compromis: een werkbare en vooral betaalbare oplossing. Je kunt namelijk niet groen doen als je rood staat. Als je dat met elkaar kunt opbrengen, dan neem je verantwoordelijkheid en je neemt de mensen mee. Daar gaat het toch om? Draagvlak creëren heet dat. Dat is in ons aller belang, niet alleen landelijk, maar ook in de provincie.
VZ, de samenleving verandert snel. Inmiddels is de helft van de bevolking al 50-plus. Dat wordt in de toekomst alleen maar meer. Dat betekent voor de 50PLUS partij dat dit gevolgen moet hebben voor het te voeren beleid.
Wonen en zorg zijn de eerste zaken waar wij dan aan denken. Maar ook recreatie en werk zijn factoren die veranderen. Er rust bijvoorbeeld nog steeds een taboe bij werkgevers om werkloze 45-plussers aan te nemen terwijl onderzoek heeft uitgewezen dat deze vooroordelen fabels zijn. Wij vinden dat werkgevers, UWV, gemeenten en ook de provincie een inspanningsverplichting naar deze mensen moeten hebben om de werkloosheid ook daar aan te pakken. Het is juist deze groep die hun kinderen in een leeftijd hebben dat ze naar het voortgezet onderwijs gaan of gaan studeren. Dat kost ontzettend veel geld, dat er niet is als ze werkloos zijn en dat zou betekenen dat die kinderen om die redenen niet kunnen gaan studeren.
Ook eenzaamheid bij ouderen is een groeiend probleem. Het feit dat je deze mensen niet hoort, betekent niet dat zij niets te klagen hebben.
VZ Wij zouden daarom een voorstander zijn dat deze groep, zeg vanaf 66 jaar, buiten de spits gratis of tegen een sterk gereduceerd tarief gebruik kunnen maken van het OV in de provincie. Dat zou je kunnen regelen door deze groep in de gelegenheid te stellen om via de provincie een OV kaart ter beschikking te stellen die dan bijvoorbeeld maximaal 10 euro per jaar zou moeten kosten.
Wij zouden graag zien dat hier een kostenraming naar wordt gedaan.
Een ander punt op het vlak van ouderen zijn de fietspaden.
In toenemende mate zien we fietsers die gebruik maken van e-bikes en de snellere variant daarop.
Dat brengt extra gevaar met zich mee voor ouderen en kleine kinderen. Zoals nu al blijkt zijn de meeste fietspaden te smal. Dat zou moeten betekenen dat er oplossingen gezocht moeten worden om deze gevaren in te dammen.
VZ Langer thuis wonen voor ouderen is prima, maar dan in een woonomgeving die leefbaar is voor hen door voldoende openbaar vervoer, geneeskundige zorg, aanspreekbare politie en winkels. Wat 50PLUS betreft: stop met het verder sluiten van verzorgingshuizen. Samenlevingsvormen van jong en oud KAN en zou meer gestimuleerd moeten worden. Hier zijn goede voorbeelden van. Denk ook aan erf-delen: boerenbedrijven die stoppen laten grote gebouwen achter, die een goede mogelijkheid bieden om eventuele alternatieve woonvormen te creëren waar jong, oud, rijk en arm samen kunnen wonen.
VZ Wij zien op het gebied van landbouwers en natuurbehartigers ook grote verschillen van opvattingen. Beide groepen trekken zich terug in loopgraven en beschieten elkaar met steeds feller worden bewoordingen van onbegrip. Naar onze mening is de tijd ruimschoots rijp voor een beweging daar tegenin. Er is zoveel know how onder deze mensen. Zonde om daar niets mee te doen. Wij zouden graag zien dat vertegenwoordigers van deze groepen bij elkaar worden gebracht om in de komende vier jaar gedragen uitgangspunten te formuleren die recht doet aan natuur behoud en verbetering en agrarische belangen. Dus eerlijke kansen voor de agrarische sector die in zwaar weer verkeert. Subsidie mogelijkheden voor toekomstbestendige bedrijven in het belang van de gezinnen van deze groep, hun veestapel en hun bedrijf waarbij de natuur niet uit het oog verloren mag worden en er gestreefd dient te worden naar een eerlijke en werkbare balans voor mens, natuur en dier.
VZ Wat wij daarom graag zouden zien is, dat in het licht van deze specifieke problemen, er een gedeputeerde komt met ouderenbeleid in zijn of haar portefeuille.
VZ, voor de te vormen coalitie zien we, ondanks onze kritiek, toch het liefst GroenLinks erbij. Daarbij is de kans groot dat we het beleid van de afgelopen jaren verder vorm kunnen geven met wat andere accenten, indien goed gekeken gaat worden naar het kostenaspect.
VZ, tot slot, 50PLUS zit vol ambitie en is er voor iedereen die 50-plus is, of dat wil worden. Wij willen de balans zoeken tussen ervaring en vernieuwing en het liefst de lijm zijn die beide verbindt.
Haarlem, 31-01-2019
De minister-president drs. M. Rutte
Postbus 20001
2500 EA Den Haag
Geachte heer Rutte,
Iedere maandag en vrijdag pas ik, samen met mijn man, op mijn kleinkind van bijna 2 jaar. Ik kan u verzekeren dat dat fantastisch is. Wat mij vooral raakt in dat kleine opgroeiende mensje is het onvoorwaardelijk vertrouwen in de mensen om hem heen en zijn aanstekelijke levensvreugde.
Niet alleen mijn kleinkind, maar alle kleine kinderen waar ook ter wereld verdienen een mooie toekomst en die toekomst is in gevaar. Ze verdienen het dat wij ons collectief inzetten om het tij te keren en een rechtvaardig duurzaamheidsbeleid tot stand te brengen. Al veel te lang hebben we geleefd alsof de aarde onuitputtelijk is en ons geluk afhangt van meer, meer en meer. Dat moet stoppen.
Het doet mij pijn om te weten dat het leven op aarde in gevaar is en dat de tijd dringt. Ik maak me zorgen over de vermindering van de biodiversiteit; bijvoorbeeld het verdwijnen van wel 80% van de insectensoorten in minder dan 30 jaar, de alarmerende toestand van de bijen, een schadelijke landbouw, weilanden die zijn veranderd in een groene woestijn, al het afval en de plastic soep in de oceanen. Mij inspireert het om op een liefdevolle wijze te leven en keuzes te maken die bijdragen aan het geluk van mijzelf, mijn omgeving en toekomstige generaties. Het betekent dat ik het afval scheid, in een goed geïsoleerd huis woon, gebruik maak van zonne-energie, geen vlees eet, geen auto heb, niet vlieg en me heb aangesloten bij de Grootouders voor het Klimaat, https://testted.grootoudersvoorhetklimaat.nl/. Ik kan u verzekeren dat ik al die inspanningen niet ervaar als opofferingen. Ik ben blij met alle manieren waarop ik kan bijdragen aan een goede toekomst voor alle kleinkinderen waar ook ter wereld. Zij zijn het waard.
Wij grootouders maken ons bezorgd, want zelfs met alle afspraken die in Parijs zijn gemaakt, is een opwarming van de aarde van meer dan 3 graden zeer waarschijnlijk, met als gevolgen overstromingen, volksverhuizingen en voedseltekorten. Omdat 1,5 graad opwarming van de aarde het maximum is voor een leefbare wereld mag Nederland in 2030 netto vrijwel geen CO2, door gebruik van energie, meer uitstoten. Volgens een recent rapport van het PBL wordt het EU doel van 14% duurzaam opgewekte energie evenals de door de rechter opgelegde doelstelling van 25% reductie van de uitstoot eind 2020 niet bereikt.
Het stoort mij als politici over de energietransitie praten in termen van lasten in plaats van kansen. En het stoort mij nog meer als zij, vanwege de veronderstelde lasten, zich in de aanloop naar verkiezingen plotseling sterk maken voor bescherming van de burger die hier financieel de dupe van dreigt te worden. Temeer als zij zelf keuzes gemaakt hebben die er toe leiden dat de lasten onevenredig bij de burger komen te liggen. Als overheid, bedrijven en burgers samen bijdragen aan de noodzakelijke veranderingen kan het rechtvaardig. Ik was blij verrast toen ik u in het NOS journaal hoorde zeggen, dat u niet tegen een CO2 heffing voor bedrijven bent.
Ik hoop dat u de pijn over de uitputting van de aarde en de gevolgen van de klimaatverandering met mij deelt en dat het u inspireert om alles te doen wat in uw vermogen ligt. De oude economie heeft haar houdbaarheidsdatum bereikt, en de problemen stapelen zich op. Het is tijd dat consumenten, politici en bedrijven andere keuzes maken. De omschakeling naar een duurzame economie is een groot en uitdagend traject, waarbij burgers en bedrijfsleven gesteund moeten worden door een krachtig en consistent optredende overheid. Er kan zoveel gedaan worden. De Grootouders voor het Klimaat hebben een aantal suggesties.
Er is een inhaalslag nodig, maar gelukkig zijn er nog veel meer mogelijkheden dan ik hier heb genoemd. Laat u inspireren door het boek Drawdown, samengesteld door Paul Hawken, in vertaling uitgegeven door Maurits Groen. We hebben krachtig en inspirerend leiderschap nodig met veel inzet en moed. Een belangrijk aspect van goed leiderschap is het creëren van draagvlak voor maatregelen die nu eenmaal nodig zijn om welzijn, ook in de toekomst veilig te stellen. Waar een wil is, is een weg. Ik ben u dankbaar voor uw inzet voor ons land, Europa en de wereld.
Vrijwel iedere eerste en derde donderdag van de maand kunt u mij, met de Grootouders treffen op het Plein bij de Tweede Kamer. U bent van harte welkom om met ons in gesprek te gaan. Laten we het vertrouwen van onze kleine kinderen niet beschamen en het vertrouwen van de jeugd herwinnen.
Ik vertrouw op de goedheid in u.
Dank u voor het lezen van deze brief.
Paula van Liere
Reactie op brief
Geachte minister Slob,
“Minister niet blij met spijbelen voor het klimaat”. Dat was één van de openingszinnen van het 18 uur journaal op donderdag 31 januari j.l. Iets verderop in het journaal hoorde ik u het volgende zeggen:
“We hebben regels in ons land dat leerlingen ook gewoon aan de leerplicht moeten voldoen, dat ze naar school moeten. Daar houden wij de leerlingen ook aan. Daar houden wij de scholen ook aan. Maar nogmaals het is heel fijn als zij een grote betrokkenheid hebben bij dit onderwerp en dat dat verder gestimuleerd wordt ook door er in het onderwijs aandacht aan te besteden dat is denk ik ook heel erg mooi. Maar onderwijs is onderwijs en spijbelen daar gaan we geen ruimte voor bieden”.
Zelf heb ik een leeftijd dat ik geen onderwijs meer volg. Regelmatig sta ik op Het Plein bij de ingang van de Tweede Kamer, samen met andere ouderen, een groep die zich “Grootouders voor het Klimaat” noemt. Wij staan daar niet omdat we het leuk vinden. Wij staan daar om de belangen te behartigen van de kinderen die net als wij, hebben vastgesteld dat de overheid niet aan zijn verplichtingen voldoet. Zij gaan spijbelen, iets wat niet mag. Onze overheid neemt niet de noodzakelijke maatregelen, iets wat ook niet mag.
Ik zou het fijn vinden als u in het openbaar ook de huidige regering toespreekt door haar op verantwoordelijkheden te wijzen, zodat ze horen dat het u menens is. Dat u het niet alleen fijn vindt “dat de leerlingen betrokken zijn bij het onderwerp” maar dat de regering “die betrokkenheid” ook erkent en met hoge prioriteit aan het onderwerp gaat werken.
Wij, “grootoudersvoorhetklimaat”, hebben die betrokkenheid nog niet gezien. Wij zien een overheid die na de Urgenda rechtzaak in 2015 zijn hakken in het zand zette en in hoger beroep ging. Wij zien een overheid die in de uitspraak in Hoger Beroep een stevige reprimande kreeg van de rechter omdat zij vond dat de overheid zijn werk niet had gedaan. Wij zien een overheid die een paar weken geleden tegen die uitspraak in cassatie ging. Zo overtuigd u niet de leerlingen. Begrijpt u dat ze hier geen genoegen mee nemen, dat ze zich zorgen maken over hun toekomst, dat ze u dat duidelijk willen maken en dat ze daarom besloten in actie te komen? Zij vinden hun toekomst ongetwijfeld belangrijker dan iets wat (uw woorden) niet mag, een dag spijbelen.
Ik denk dat de grootoudersvoorhetklimaat dat ook vinden.
N.B. U gebruikt het woord spijbelen. Dat mag niet. Misschien gaan de scholieren staken. Dat mag wel werd mij verteld.
Ik ben benieuwd naar uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Jogchum Kooi
Reactie op brief
Kenmerk: 111164
Geachte heer Kooi,
Via Informatie Rijksoverheid heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap uw e-mail van 6 februari ontvangen. Daarin reageert u op
het standpunt van minister Slob over de klimaatdemonstratie die op
donderdag 7 februari heeft plaatsgevonden. Omdat hierover veel reacties
zijn binnengekomen, kan de minister helaas niet persoonlijk op al deze
berichten ingaan. Op zijn verzoek reageer ik daarom op uw e-mail.
Maatschappelijke betrokkenheid van jongeren een goede zaak
Allereerst wil ik u namens de minister hartelijk bedanken voor uw
betrokkenheid bij jongeren en hun toekomst. Verder vindt de minister
het, net als u, een goede zaak dat jongeren betrokken zijn bij
belangrijke maatschappelijke thema’s, zoals het klimaat. Scholen spelen
een belangrijke rol bij de ontwikkeling van deze betrokkenheid. Ze
moeten hier dan ook aandacht aan besteden, onder meer in het kader van
het zogenoemde burgerschapsonderwijs [1].
Leerplichtige leerlingen mogen niet spijbelen
Maatschappelijke betrokkenheid betekent echter niet dat leerplichtige
leerlingen mogen spijbelen om aan demonstraties mee te doen. Scholen
kunnen, in verband met de vrijheid van onderwijs, ervoor kiezen om
discussies over bijvoorbeeld het klimaat op te nemen in hun
onderwijsprogramma. En leerlingen kunnen buiten schooltijd van zich
laten horen.
_ _
Scholen bepalen zelf hoe te handelen bij spijbelen
Het is aan de scholen zelf om te beoordelen of kinderen spijbelen. Als
een leerling te vaak ongeoorloofd afwezig is (meer dan zestien uur in
vier weken), dan moeten scholen dit melden bij de leerplichtambtenaar.
Is er sprake van minder verzuim, dan beslissen scholen zelf of zij de
leerplichtambtenaar willen betrekken.
Ik ga ervan uit dat ik het standpunt van minister Slob hiermee voldoende
heb toegelicht, en dank u nogmaals voor uw betrokkenheid bij dit
belangrijke thema.
Met vriendelijke groet,
Henri van Faassen
Directeur Bestuursondersteuning en Advies
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Links:
——
[1] http://burgerschapindeschool.nl/de-burgerschapsopdracht-wat-moet-en-wat-kan
Januari 2019
Wat de toekomst brenge moge
Beste Klaas,
Ik heb genoten van je reactie op het klimaataccoord. Wat goed van je dat je daarin niet mee wilt gaan met de ideeën van mensen als Rob Jetten. Je hebt groot gelijk. Het is niet leuk om mensen iets af te pakken waar ze groot mee zijn geworden. Geen vaarvakanties meer omdat cruiseschepen de smerigste brandstof gebruiken die er is, niet meer vliegen terwijl Nieuw-Zeeland nou juist zo’n prachtig land is. Verplicht reizen met de trein die niet naar jouw bestemming gaat en vaak ook niet op tijd rijdt. Stoppen met de verbreding van wegen terwijl het hele land al in de file staat. Belachelijk toch?
Ik ben het met je eens. Ik wil ook volop genieten van datgene wat het leven te bieden heeft. En weet je, ik kan dat rustig doen. Ik ben al wat jaren een gepensioneerde. Ik heb tijd om te reizen en gelukkig ook voldoende geld om dat te doen. Dat geld besteden aan hogere energiekosten? Jammer van het geld. En weet je. Misschien verslechtert de aarde wel wat door mijn leefstijl maar dat maakt mij niet uit. Die wedstrijd win ik wel. Tegen de tijd dat het echt slecht gaat met de aarde leef ik toch niet meer. Dat is een groot voordeel als je oud genoeg bent.
Dat geluk heb jij denk ik niet. Jij lijkt me nog jong. Misschien wel jong genoeg om toch wat last te krijgen van een aarde die zich steeds slechter gaat gedragen. Maar ja dat is jouw probleem, dat maakt mij niets uit.
Weet je, ik heb een kleinzoon, net 3 jaar oud. Ik schrijf af en toe stukjes in een brief die ik hem toestuur als hij kan lezen. Ik schrijf daarin hoe het leven was toen ik werd geboren en heb hem gevraagd mij te schrijven hoe het leven is als hij zo oud is als ik nu ben. Dat wil ik graag weten. Ik weet nog niet waar hij die brief naar toe moet sturen, want tegen die tijd woon ik ongetwijfeld niet meer op het huidige adres. Soms denk ik: “Zal ik die brief wel sturen?”. Stel je voor dat hij mij dan schrijft dat er bijna niet meer te leven valt. Alles wat hij verdient moet worden ingeleverd bij de belastingdienst omdat alle hens aan dek moeten. Problemen, problemen, problemen. Maar nog erger: Stel je voor dat hij me vertelt dat dat mijn schuld is. Dat ik deel uitmaakte van een generatie die zijn probleem heeft veroorzaakt. Nog erger, dat hij mij schrijft dat wij dat bij leven al wisten, dat wij ook wisten hoe het anders kon, maar daar dat we dat niet wilden. Teveel mensen die niet luisterden naar die Rob Jettens die aandrongen op een andere manier van leven, naar mensen die ons ons mooie leven wilden afpakken. Mensen die luisterden naar jou, Klaas. Jij bracht tenminste een leuke boodschap. Ik kan hem schrijven dat we in een democratie leefden, een bestel waarin de grootste partij veel te vertellen heeft. Dat de fractie van die partij werd geleid door Klaas Dijkhoff, eens in een tv-prgramma opgeklommen tot de slimste mens. Dat ik er niets aan kon doen omdat hij meer invloed had dan ik en dat hij liever populair was dan verstandig. Is dat een goed idee?
Klaas, ik ken jouw privé situatie niet maar misschien krijg jij ook eens een kleinkind. Veel mensen vinden hun kinderen en hun kleinkinderen het meest kostbare bezit wat ze hebben. Weet je al wat jij je mogelijke kleinkind later gaat vertellen?
Ik hoor het graag.
Met vriendelijke groet,
Jogchum Kooi
P.S. Ik durf het niet aan het hierbij te laten. Ik kan mijn kleinzoon zo niet onder ogen komen. Daarom sta ik regelmatig op donderdagmiddag bij jouw werkadres voor de deur, als één van de “Grootouders voor het Klimaat”. Dat durf ik mijn kleinzoon wel te schrijven. Kom je een keer bij ons? We hebben een mooi manifest, leuk om te lezen.
Reactie op de mail
From: Dijkhoff, K.
To: ‘jenbkooi’
Cc: Yeşilgöz, D.
Sent: Wednesday, January 16, 2019 1:32 PM
Subject: RE: Wat de toekomst brenge moge
Geachte heer Kooi,
Graag wil ik u hartelijk danken voor onderstaand e-mailbericht mede naar aanleiding van mijn uitspraken betreffende het Klimaatakkoord.
Ben zo vrij geweest uw bericht eveneens onder de aandacht te brengen van de woordvoerder uit de VVD-fractie, Dilan Yesilgöz-Zegerius.
Met vriendelijke groet,
Klaas Dijkhoff.
Toespraak Philip Beekman namens de Grootouders voor het Klimaat op het tweejarig jubileum op 6 december 2018.
We demonstreren nu twee jaar op het plein. Dat is een moment om bij stil te staan. Iedere twee weken, als de kamer niet in reces is. Dat is ruim 40 keer. Zelfs als de treinen niet rijden vanwege het noodweer zijn wij er. Op 19 januari 2017 boden we ons manifest voor het eerst aan. We hebben het nu aan vrijwel alle partijen aangeboden.
Wat willen wij? kort gezegd: een leefbare wereld voor onze kleinkinderen en toekomstige generaties. En klimaat is daarbij onze allergrootste zorg. Een zorg die overigens nauw
samenhangt met allerlei andere vormen van leefbaarheid. Als we niet heel snel handelen, dan gaan we naar 2 graden warmer met heel ernstige consequenties voor de mensheid. De veiligheid van de leefomgeving komt in gevaar (overstromingen, aardverschuivingen, bosbranden) en ook de voedselvoorziening (misoogst door overvloed of juist gebrek aan water en uitputting van de bodem). Overheid, bedrijfsleven en burgers moeten heel snel aan de bak; er is geen tijd meer te verliezen!
Uit uw reacties begrepen wij dat u ook wil dat er meer gebeurt en onze demonstraties sterken u daarin. Daarom gaan wij door. Wij gaan door tot er genoeg gebeurt. Tot we niet alleen praten over CO2 vermindering maar tot de uitstoot concreet daalt en wel snel!
Soms krijgen we te horen: u demonstreert wel, maar wat doet u zelf? Dat steekt een beetje. Wij demonstreren niet alleen, wij doen ook veel. We maken onze huizen duurzaam, houden lezingen en andere acties om klimaatbewustzijn te vergroten en we passen, ieder op zijn manier, onze levensstijl aan.
Maar wij kunnen het niet alleen. Uw inzet en actie om in saamhorigheid snel de juiste maatregelen te treffen – op alle fronten – is noodzakelijk. Wij ervaren vanuit de politiek veel lof en bijval en sympathie. Er wordt ook veel vergaderd over te nemen maatregelen. Maar er gaat kostbare tijd verloren en we zien – met een paar uitzonderingen zoals windmolens op zee – nog onvoldoende concrete voortgang en concrete extra maatregelen.
Dat de noodzaak van de maatregelen begrepen moet worden is vorige weken weer eens benadrukt door de gele hesjes in Frankrijk. Dat geldt ook voor de rechtvaardige verdeling van de lasten.
Er is haast bij. Het is bijna 2020 en dan is het de wettelijke opdracht om 25% minder uit te stoten dan in 1990, zoals door de rechter in het Urgenda-vonnis bevestigd. Ten opzichte van staand beleid is er daar nog een gat van – volgens de laatste berichten – zeker 20 miljoen ton te dichten. En dat is nog een voorzichtige schatting. 20 miljoen ton – binnen twee jaar! Voor de beeldvorming, Als je een bos van 1000 km2, in de fik steekt, krijg je ongeveer 20 miljoen ton CO2. Dat is een bos bijna zo groot als de metropoolregio Rotterdam, waar ook Den Haag bij hoort. En u weet vast ook wel, dat sinds 1990 de Nederlandse uitstoot van CO2 nog helemaal niet is gedaald.
Het is niet aan ons om de maatregelen concreet te maken. Maar er zijn er wel een aantal die zó voor de hand liggen, dat ik ze toch wil noemen.
In diverse lezingen ervaren wij regelmatig hoe beperkt het zicht op de klimaatdreiging is.Om grootouder Jan Terlouw te citeren: ‘de mensen weten niet hoe groot en nabij de klimaatdreiging is. Hoe kan je dan verwachten dat ze meegaan in de hoogst urgente transitie?’
Dit zijn voorbeelden. Er zijn zeker nog meer mogelijkheden. De politiek heeft de opdracht om dit waar te maken. U bent aan zet. Ik heb al lang genoeg gepraat. De grootouders demonstreren nu twee jaar. Wij gaan door tot er voldoende gebeurt. Dan stoppen we. Hoe eerder hoe beter.
We zien, horen en merken graag van u!
Zie het bericht over het jubileum op 6 december 2018 hier.