Op een van de regionale bijeenkomsten om meningen te peilen met betrekking tot het aanstaande Klimaatakkoord gaf Philip Beekman de mening van de Grootouders voor het Klimaat weer. De voorzitter van de vergadering, mede Grootouder voor het Klimaat Ed Nijpels, vroeg om een schriftelijk reactie op de website van het Klimaatakkoord. Die reactie volgt hieronder.
Grootouders voor het Klimaat, voorstellen voor het Klimaatakkoord
Grootouders voor het Klimaat (www.grootoudersvoorhetklimaat.nl ) vraagt om ambitieuze maatregelen in het Klimaatakkoord, die de Nederlandse bijdrage aan het halen van de afgesproken doelen (“Opwarming ruim beneden 2 graden en streven naar niet meer dan 1,5 graad”) waarborgen.
Grootouders voor het Klimaat heeft al in aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen van 2017 een klemmende oproep gedaan op de politiek voor een ambitieus klimaatbeleid in deze en volgende kabinetsperioden. Zie daarvoor het Manifest op www.grootoudersvoorhetklimaat.nl/manifest . Het is ook als bijlage toegevoegd.
Het regeerakkoord zet flinke stappen om zo’n ambitieus klimaatbeleid te realiseren, maar wij constateren dat er op een aantal punten meer dient te gebeuren en accenten anders zouden moeten worden gelegd. Hoewel de opdracht van uw commissie is om het regeerakkoord in te vullen, is het dus noodzakelijk om ook verder vooruit te kijken en waar enigszins mogelijk voor te sorteren op verdere versnelling, die ongetwijfeld nodig zal blijken.
Dat brengt ons tot de volgende concrete voorstellen voor het Klimaatakkoord.
- Op korte termijn het tempo van reducties versnellen: Om in 2030 een reductie van 49% te bereiken is een snelle start nodig. Het tempo waarin maatregelen worden uitgevoerd kan omhoog ten opzichte van de voornemens van het regeerakkoord. Wind op Zee kan sneller worden uitgebouwd, de bestaande kolencentrales kunnen sneller worden gesloten, het aardgasvrij maken van woningen kan sneller worden aangepakt. Daarvoor is meer financiering vanuit de Rijksoverheid nodig op korte termijn. Het is riskant om bij zo’n grote operatie het in het begin rustig aan te doen. Het verdient aanbeveling om tussentijdse doelen te stellen en te handhaven.
- De transitie van fossiel naar duurzame grondstoffen in de industrie wordt verwaarloosd: In de huidige plannen wordt er van de industrie een grote bijdrage verwacht in het reduceren van de uitstoot van CO2. Er wordt beoogd dat vooral te realiseren door middel van afvang en opslag van CO2. Dat zal zeker ook nodig zijn, maar de echte transitie naar het gebruik van duurzame biomassa of duurzame waterstof wordt hiermee niet bevorderd en zelfs belemmerd. Er zijn nu al goede mogelijkheden voor het produceren van een aantal basischemicaliën op basis van biomassa. En bij die processen is het in principe mogelijk ook CO2 afvang en opslag toe te passen, waardoor netto CO2 uit de atmosfeer wordt gehaald. Toepassing van duurzaam geproduceerde waterstof biedt grote kansen voor de zware industrie. In Zweden steunt de overheid de ontwikkeling van dit soort processen. Hierop zou het Klimaatakkoord zich veel sterker moeten richten.
- In de landbouwsector ontbreekt een perspectief voor een broeikasarme toekomst: Het regeerakkoord bevat alleen wat technische maatregelen om de uitstoot tot aan 2030 enigszins te beperken, terwijl de grote bijdrage van de sector een fundamentele aanpak vereist en er goede mogelijkheden zijn om juist in Nederland een vooraanstaande rol te spelen in de overgang naar een meer plantaardige voedselvoorziening. Veehouderij zou sterk gereduceerd en grondgebonden moeten worden, waardoor import van krachtvoer niet meer nodig is. Een strategie die daarop is gericht zal ook land kunnen vrijmaken voor natuurontwikkeling en bosaanplant, dat samen met een andere vorm van bodembeheer kan leiden tot het uit de atmosfeer halen van flinke hoeveelheden CO2.
- Veel meer bewustwording is nodig onder de bevolking: Het regeerakkoord zet onvoldoende stappen in het bewust maken van de bevolking van de grote risico’s die klimaatverandering met zich mee brengt. Zonder begrip van de materie bij de bevolking zal er geen draagvlak ontstaan voor het klimaatbeleid, en zal ook de noodzakelijke gedragsverandering van de consument uitblijven. Een veel actievere rol van de overheid en van alle bij het Klimaatakkoord betrokken partijen is nodig, ondersteund met een adequaat budget.
- Versterking handhaving Wet Milieubeheer: de verplichting in de Wet Milieubeheer voor bedrijven om alle energiebesparingsmaatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen is een belangrijk element in het klimaatbeleid. Duidelijk is geworden dat de capaciteit bij gemeenten en provincies om dit adequatt te handhaven volstrekt onvoldoende is. Het Klimaatakkoord biedt de kans aan gemeenten, provincies en Rijk om harde afspraken te maken voor het verbeteren hiervan, inclusief het reserveren van de daarvoor benodigde financiële middelen.
Daarnaast vragen wij aandacht voor de 55% reductiedoelstelling, waarvan het kabinet aangeeft die in Europees verband te willen realiseren. Dat kan alleen geloofwaardig zijn, wanneer er voor de sectoren in Nederland zelf ook zicht is om die 55% reductie in 2030 te bereiken. Daarom vragen wij om het expliciet in het Klimaatakkoord verkennen van additionele maatregelen die kunnen leiden tot verdere reducties bovenop de 49%. Alleen dan kan Nederland geloofwaardig van andere lidstaten vragen zich daarbij aan te sluiten.