Geen categorie

Digitale Pleinbijeenkomst: de jubilieumeditie!

1 december 2020

We demonstreren nu al vier jaar! Tijd voor een reflectie en vooruitblik op al die zaken waar de kerngroep en de werkgroepen mee bezig zijn. Want er gebeurt heel erg veel, en daar is niet iedereen van op de hoogte. Verschillende mensen uit die groepen gaan vertellen wat hun bezig houdt en richten de blik alvast op 2021.

3 december 14:00 t/m 15:00
Klik hier voor de zoom-link.

lees meer
urgendaDigitale Pleinbijeenkomst: de jubilieumeditie!

Kritische vragen aan Sigrid Kaag

1 december 2020

Live te volgen en mee te doen: dinsdag 1 december van 18:30 tot 20:30 uur

Wat vinden de Jonge Klimaatbeweging en de Grootouders voor het Klimaat belangrijk dat een volgend kabinet doet op het gebied van klimaat? En wat zijn de groene ambities en prioriteiten van Sigrid Kaag? Werner Schouten (JKB) en Philip Beekman (Grootouders voor het Klimaat) gaan in gesprek met Sigrid Kaag. Lees hier meer over Sigrid Kaag haar aftrap van de verkiezingscampagne.

dinsdag 1 december van 18:30 tot 20:30 uur
Klik hier om de livestream te volgen én doe mee tijdens het online klimaatgesprek!

lees meer
urgendaKritische vragen aan Sigrid Kaag

Johan Vollenbroek te gast bij online demonstratie 19 nov ’20!

19 november 2020

Johan Vollenbroek (nr. 2 van de Trouw Duurzame Top 100) is milieudeskundige en voorzitter van MOB (Mobilisation for the Environment), een NGO die zich inzet voor de verbetering van de milieukwaliteit. Dankzij zijn Mobilisation for Environment, een klein clubje dat zich vastbijt en strijdt, moet de uitstoot van stikstof nu echt worden aangepakt.

19 november demonstreren we van 14.00 tot 15.00 online via Zoom.
Klik hier voor de link. De Meeting ID: 871 1761 0811. Je hebt geen wachtwoord nodig.

 

 

lees meer
urgendaJohan Vollenbroek te gast bij online demonstratie 19 nov ’20!

online bijeenkomst 5 nov 14:00 – 15:00

27 oktober 2020

We hebben besloten in deze tijd geen offline pleinbijeenkomsten te houden. Desalniettemin gaat onze inzet voor een leefbare wereld onvermoeibaar door. We organiseren op donderdag 5 november van 14:00 t/m 15:00 een online bijeenkomst om toch onze stem te laten horen en de spirit erin te houden!

Klik op onderstaande link om deel te nemen en vul het wachtwoord 121928 in:
https://us02web.zoom.us/j/82603480536?pwd=eitscnhXdXZaRDBiOVA5a04xSFJ0UT09
Meeting ID: 826 0348 0536
wachtwoord: 121928

Op deze pagina leggen we uit hoe zoom werkt (klik op het kopje ‘zoom’).

lees meer
urgendaonline bijeenkomst 5 nov 14:00 – 15:00

Burgerberaad kan het draagvlak voor klimaatbeleid versterken

13 juli 2020

We hebben in Nederland een traditie van overleg tussen maatschappelijke groeperingen. “Polderen” wordt dat vaak genoemd. In die traditie is ook het Klimaatakkoord tot stand gekomen. Meer dan 100 organisaties zijn bij het tot stand komen daarvan betrokken geweest. En toch voelen burgers zich onvoldoende betrokken, zoals blijkt uit de protesten tegen nieuwe windmolens, zonneparken en de operatie om woonwijken van het aardgas af te halen.

Er is een nieuwe vorm van democratische betrokkenheid aan het ontstaan in Europa. Burgerberaden worden ze genoemd. Het zijn door loting aangewezen groepen van burgers, die een afspiegeling zijn van de bevolkingssamenstelling. Zij buigen zich over complexe kwesties, zoals (onderdelen van) het klimaatbeleid en doen aanbevelingen aan de politiek. Het idee is gepromoot door David van Reybrouck, de Belgische schrijver van het boek Tegen Verkiezingen. Het is inmiddels in Ierland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en in steden als Kopenhagen en het Zwitserse Sion toegepast. Met veel succes.

In Ierland hebben de aanbevelingen van zo’n burgerberaad geleid tot de afschaffing van het verbod op abortus, een enorme omslagpunt in het streng katholieke land. Daarna is er ook een burgerberaad over klimaatbeleid gehouden met als uitkomst een grote steun voor een ambitieus beleid, inclusief controversiële elementen als een belasting op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen, ook die van de voor Ierland belangrijke landbouwsector.

In Frankrijk is door president Macron een burgerberaad over klimaatverandering ingesteld. Ongetwijfeld als reactie op de heftige protesten van de “gele hesjes” tegen eerdere, als klimaatmaatregel bedoelde, verhogingen van de brandstofbelasting. Van de 149 voorstellen van het beraad heeft president Macron er 146 overgenomen, een groot succes voor het beraad.

In het Verenigd Koninkrijk is door het Parlement een Climate Assembly UK met 108 deelnemers gecreëerd. Het rapport komt pas in september beschikbaar. Maar bekend is al dat het beraad de doelstelling van netto nul broeikasuitstoot in 2050, die al in een wet was vastgelegd, ondersteunt. Dit is niet vanzelfsprekend gezien de enorme implicaties hiervan voor de samenleving.

En op 9 januari heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen die voortborduurt op het voornemen van de nieuwe EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen om vanaf 2020 een twee jaar durende conferentie over de toekomst van Europa te beginnen, met daarin een actieve rol voor burgers. Het EU-parlement ondersteunt dit idee.

Ervaringen van de diverse burgerberaden worden geëvalueerd om te zien wat goed werkt en wat beter kan.

Is dit ook voor Nederland een manier om meer draagvlak onder de bevolking te krijgen voor de uitvoering van het Klimaatakkoord? Daan Roovers (filosoof en Denker des Vaderlands) en Eva Rovers (schrijver en kunsthistoricus) hielden daarvoor een pleidooi in een ingezonden stuk in de NRC. En ook Jelmer Mommers, journalist van de Correspondent, deed dat onlangs. Een burgerberaad kan de betrokkenheid bij politieke besluitvorming vergroten en daadwerkelijk iets doen aan de breed gevoelde kloof tussen burger en politiek.

Maar er zijn ook tegengeluiden. Een burgerberaad kan als een concurrent van de politieke besluitvorming worden gezien en als “achterkamertjespolitiek” worden beschouwd. Met de “poldercultuur” die in Nederland bestaat wordt een burgerberaad ook snel als overbodig gezien, dat wil zeggen vanuit de positie van de organisaties die al wel aan tafel zitten. Er zijn inmiddels wat kleine experimenten in Nederland in gang gezet in steden als Heerenveen, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Groningen.

Omdat er al een Klimaatakkoord ligt, lijkt het voor Nederland niet verstandig dit proces met een burgerberaad nog eens over te doen. Wat wel heel nuttig zou zijn is het inzetten van een burgerberaad over de uitvoering van onderdelen van het Klimaatakkoord. Bijvoorbeeld over de warmtetransitie, die ervoor moet zorgen dat in 2050 alle huizen en gebouwen van het aardgas af zijn voor hun verwarming. Hierover bestaat veel weerstand onder bewoners en veel onzekerheid over de betaalbaarheid van de alternatieven. Een burgerberaad kan met oplossingen komen waarvoor wel draagvlak bestaat.

 

lees meer
urgendaBurgerberaad kan het draagvlak voor klimaatbeleid versterken

Regionale Energie Strategieën

15 juni 2020

De Regionale Energie Strategieën, RES’en zoals ze kortheidshalve worden genoemd, zijn de uitwerking van afspraken in het Klimaatakkoord om tot 2030 een grote extra capaciteit aan opwekking van duurzame elektriciteit op land te realiseren en in 2030 1,5 miljoen huizen te verwarmen met duurzame warmtebronnen. Nederland is verdeeld in 30 regio’s, die ieder een eigen RES opstellen.

Wat is een RES?

Een RES is een strategie waarin overheden met maatschappelijke partijen gezamenlijk aangeven hoeveel, waar en wanneer ze hernieuwbare energie willen gaan realiseren. Het gaat om duurzame elektriciteit en duurzame warmte. Daaronder valt ook de opslag van energie en het transport. De RES gaat over de periode tot 2030, met een doorkijk naar 2050.

Hoeveel duurzame energie moet er geleverd worden?

Alle RES’en samen moeten 35 Terawattuur (Twh) aan opgewekte duurzame elektriciteit in het jaar 2030 opleveren. Windparken op de Noordzee staan daar los van. Ter vergelijking: de totaal opgewekte van duurzame elektriciteit in Nederland in 2019, inclusief van windparken op zee, was 21,8 TWh. Wat duurzame warmte betreft moet dat in totaal voldoende zijn om de geplande 1,5 miljoen huizen in 2030 zonder aardgas te verwarmen.

Hoe wordt een RES opgesteld?

Per regio stellen provincies, gemeenten en waterschappen, in overleg met maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers, de concept RES op (was eerst uiterlijk 1 juni, maar is i.v.m. corona uitgesteld tot oktober 2020). Er is geen standaardproces vastgelegd. Elke regio vult het op eigen wijze in. Op een interactieve kaart staat per regio hoe het proces is georganiseerd en wat de laatste stand van zaken is. Op dit moment zijn zo’n 26 voorlopige concept RES’en gepubliceerd.

Na een landelijke doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving om te zien of alle RES’en optellen tot het gewenste totaal, wordt er binnen en tussen de RES regio’s overlegd hoe eventuele tekorten kunnen worden weggewerkt. Daarna stellen de regio’s de definitieve RES 1.0 op (uiterlijk 1 juli 2021), die vervolgens elke 2 jaar wordt geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

In deze animatie is het hele RES proces kort samengevat.

Hoe staat het met de Burgerparticipatie?

Burgers participeren in het RES proces door input te leveren op basis van enquêtes, deelname aan ontwerpsessies of inspraak naar aanleiding van voorlopige plannen. Bovendien is in het Klimaatakkoord vastgelegd dat er bij de realisatie van duurzame elektriciteitsopwekking op land gestreefd wordt naar 50% eigendom van de lokale omgeving. Door de corona maatregelen is de betrokkenheid van burgers in veel regio’s vertraagd of slechts ten dele uitgevoerd. In de komende periode tot 1 oktober zal dat moeten worden ingehaald

Vijf maatschappelijke organisaties van, voor en door bewoners: HIER, de Natuur en MilieufederatiesEnergie SamenBuurkracht en LSA bewoners, samen de Participatiecoalitie, geven ondersteuning aan regio’s om de burgerparticipatie vorm te geven. Voorbeelden van de Participatiecoalitie:

  • De gemeente Bodegraven heeft samen met lokale energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk en landelijke coöperatie De Windvogel, vijf bewonersavonden georganiseerd over de energietransitie. Honderden belangstellenden gingen enthousiast aan de gang met plattegronden en stickers van windmolens en zonnevelden. Doel: gezamenlijk mogelijke locaties voor windmolens en zonnevelden in Bodegraven-Reeuwijk. Over de uitgekomen zoekgebieden gingen de deelnemers in gesprek. Daarnaast zijn de gemeentelijke ambities op het vlak van duurzame energieopwekking gedeeld, waarin de coöperatieve aanpak en de noodzaak voor draagvlak centraal staan. De bijeenkomsten gaven energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk kans haar werkwijze uit te leggen en vragen van bewoners te beantwoorden. Zie hier meer informatie.
  • Energie Samen organiseert bewonersparticipatie Windmolens Zeewolde. Initiatiefnemer van het windpark is Ontwikkelvereniging Zeewolde. Met als leden: bewoners, agrarisch ondernemers en turbine-eigenaren uit het gebied. Het uitgangspunt van de vereniging was vanaf begin af aan dat iedereen in de omgeving volwaardig kon deelnemen in het project. Dus ook omwonenden die op de molens uitkijken. De vereniging heeft Energie Samen benaderd om de bewonersparticipatie te faciliteren. In februari 2017 is burgerwindcoöperatie De Nieuwe Molenaars opgericht.
  • Gebiedscoöperatie Rivierenland vertegenwoordigt coöperaties in RES Rivierenland (GCR) vertegenwoordigt het groeiende netwerk van de lokale energiecoöperaties in de Regionale Energiestrategie Rivierenland. Als deelnemer in de voorbereidende Regiegroep en de Stuurgroep van de RES, behartigt  de GCR de belangen van de duurzame burgerinitiatieven. Ze zorgt ervoor dat ze geïnformeerd en betrokken worden. Regio Rivierenland – het samenwerkingsverband van de acht gemeenten in de regio – is al vroeg gestart met een voorbereidingstraject op de RES, en vanaf het begin samen met de GCR. Belangrijk aandachtspunten: de juiste stakeholders aan tafel krijgen en elkaar beter leren kennen, met oog op vertrouwen en goede samenwerking.

. Raadpleeg de betreffende RES regio om te zien hoe en wanneer u kunt participeren.

lees meer
urgendaRegionale Energie Strategieën

Landbouw, klimaat, milieu en biodiversiteit

25 mei 2020

De landbouwsector in Nederland is verantwoordelijk voor 14% van de uitstoot van broeikasgassen. De helft daarvan is methaan, CO2 en lachgas nemen elk een kwart voor hun rekening. De veehouderij is goed voor de helft van de uitstoot, de akkerbouw en de glastuinbouw voor de rest. In de EU is de totale uitstoot gemiddeld zo’n 10%. Niet meegeteld daarbij zijn de CO2-uitstoot van landbouwmachines, de CO2-uitstoot van de opwekking van gebruikte elektriciteit op de boerderij, de uitstoot als gevolg van het produceren van kunstmest, het transport en de verwerking van voedsel en de CO2-uitstoot die het gevolg is van de productie (o.a. ontbossing) en het vervoer van soja en ander veevoer in andere landen. Als je dat allemaal meetelt, dan is de bijdrage van de landbouw 2-3 keer zo groot.

Maar broeikasgassen zijn niet het enige probleem. De uitstoot van stikstof (vooral in de vorm van ammoniak uit de veehouderij) en de depositie daarvan op natuurgebieden vormt een groot probleem voor de natuur, vooral in Nederland. De biodiversiteit in landbouw- en natuurgebieden is drastisch afgenomen. Weidevogels gaan al jaren systematisch achteruit. Het gebrek aan insecten en het maaibeheer van de intensief bemeste graslanden zijn een belangrijke oorzaak. De pesticiden belasting in het oppervlaktewater is nog steeds veel te hoog. Het intensieve en hooggeïndustrialiseerde, op export gerichte, Nederlandse landbouwsysteem heeft de ecologische grenzen ver overschreden.

De nota “Waardevol en verbonden” van Minister Schouten wordt dit erkend en wordt een visie neergelegd die moet leiden tot Kringlooplandbouw. Daarin wordt veel aandacht besteed aan precisiebemesting om verlies van bijvoorbeeld stikstof naar de omgeving te stoppen, voorkomen van plagen in plaats van bestrijden, natuurinclusief boeren, netto nul energieverbruik in de glastuinbouw, etc. Maar in de recente maatregelen ter bestrijding van de stikstofcrisis is van deze structurele veranderingen maar weinig terug te vinden. En wat betreft biologische landbouw (waar Nederland zwaar achteraan loopt in de EU, zie grafiek) is er tot nu toe geen stimulerend beleid te bespeuren.

Wellicht gaat Europa dat veranderen. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU, met de daaraan gekoppelde toeslagen voor vrijwel alle landbouwactiviteiten, is zeer bepalend voor wat boeren in de praktijk doen. Tot dusver was dat gericht op efficiency en productieverhoging, met een klein groen randje om het agrarisch natuurbeheer te stimuleren. Maar nu is verandering op komst.

Vorige week werden de  strategie “Van Boer tot Bord” en “Biodiversiteit” door de Europese Commissie gepresenteerd, als onderdeel van de ambitieuze European Green Deal. Daarin staan ambitieuze doelen voor kringlooplandbouw (minimaal 50% reductie van nutriënten verlies naar de bodem in 2030), stimuleren van natuurinclusief boeren, biologische landbouw (in 2030 minimaal 25% van totale landbouwgebied), beperking van pesticidengebruik (halvering in 2030). Dat zal tot een ander systeem van toeslagen uit het gemeenschappelijk landbouwsysteem moeten leiden. Als dat echt gebeurt, dan is er hoop voor de hoognodige structurele verandering in de Nederlandse landbouw.

lees meer
urgendaLandbouw, klimaat, milieu en biodiversiteit

Een groen economisch herstel: geen woorden maar daden

11 mei 2020

“Degenen die denken dat de wereld van voor corona terugkeert, precies zoals die toen was, leven in een illusie. Deze crisis biedt ook kansen om opnieuw met elkaar na te denken over hoe de wereld er hierna uitziet.”

Dit is niet een uitspraak van een van de velen die roepen dat alles nu anders wordt en de ideale duurzame samenleving nu voor het grijpen ligt. Het is een recente uitspraak van premier Rutte. Het geeft goed aan dat er door het kabinet serieus wordt gewerkt om het benodigde economisch herstel zo duurzaam mogelijk in te vullen. De verklaring over “Samen doorbouwen”, de voorwaarden genoemd bij de aankondiging van steun aan de KLM en de antwoorden van Minister Wiebes op Kamervragen over de agenda van de Energieraad zijn daar uitwerkingen van.

Het komt er nu op aan goede intenties om te zetten in concrete acties. De vraag daarbij is of een duurzame invulling van een economisch herstelpakket voldoende werkgelegenheid gaat opleveren, of het bedrijfsleven en de burgers voldoende ruimte hebben om te investeren (een MVO-peiling onder bedrijven suggereert dat de overgrote meerderheid van bedrijven wel kansen ziet) en of er voldoende overheidsfinanciën beschikbaar zijn. Wat dat laatste betreft zal een economisch herstelpakket in elk geval grote overheidsbestedingen vergen; het is dus meer een kwestie van kiezen waaraan het geld wordt besteed. Wat zouden in dat licht belangrijke elementen van zo’n duurzaam herstelpakket kunnen zijn?

In de energiesector moet er conform het Klimaatakkoord nog heel veel gebeuren om in 2030 75% van onze elektriciteit duurzaam op te wekken. De recente tussenrapportage over de Regionale Energie Strategieën laat zien dat er, op basis van 20 van de 30 concept RES-plannen, nu al meer capaciteit voor duurzame opwekking op land is geïdentificeerd dan in het Klimaatakkoord opgenomen. Dat biedt een uitgelezen kans de aanleg van wind- en zonne-energie te versnellen, samen met de versterking van de netcapaciteit, die nu een belemmerende factor is en samen met het versterken van de financiële participatie door burgers. Een probleem dat daarbij wel moet worden opgelost is, dat er met het huidige systeem steeds vaker negatieve prijzen voor elektriciteit zijn te verwachten als het aanbod van wind- en zonne-energie toeneemt. Dan kunnen investeringen niet meer worden terugverdiend. Verder is dit het moment om eindelijk alle fossiele energiesubsidies, die nog altijd zo’n 2 miljard per jaar bedragen, af te schaffen (ODI).

In de industrie is er grote behoefte aan de ontwikkeling van nul-emissie processen in de staal- en chemische industrie. Groene waterstof kan daarin een grote rol spelen. Daarvoor is royale overheidsstimulering nodig, die ervoor kan zorgen dat de industrie in 2050 CO2 vrij kan opereren. Er liggen ook nog vele mogelijkheden voor energiebesparing in bedrijven en instellingen, waarmee veel werkgelegenheid gepaard gaat. Een nationaal plan energiebesparing is een goede invulling van een groen herstel. De CO2 prestatieladder, die al werkt in de bouwsector, kan daarin een belangrijke rol vervullen.

In de gebouwde omgeving ligt een omvangrijk en ambitieus plan klaar om alle gebouwen in Nederland uiterlijk in 2050 van het aardgas af te hebben. Bij de uitvoering treden nu al vertragingen op door beperkte capaciteit bij gemeenten en installatiebedrijven, onzekerheid bij burgers over de implicaties en de financiering en problemen met en verzet tegen warmtenetten. Dit is typisch een operatie waar veel werkgelegenheid mee is gemoeid, die met royale overheidssteun goed is uit te voeren en die sterk bijdraagt aan het halen van de klimaatdoelen. Een forse injectie in dit programma is dan ook een uitstekende invulling van een duurzaam herstelpakket. Alleen al het versoepelen van de bestaande isolatiesubsidies kan al veel opleveren (Cobouw). Aangezien Nederland voorloper is in Europa op dit terrein zal dit ook uitstekende exportmogelijkheden creëren.

De coronacrisis heeft ons geleerd dat veel verplaatsingen kunnen worden vervangen door online werk en online bijeenkomsten. Het zou een gemiste kans zijn dat weer kwijt te raken. Dat betekent dat er in de transportsector vooral zal moeten worden geïnvesteerd in snel internet voor iedereen met bijbehorende veiligheidsvoorzieningen en digitalisering van alle vormen van dienstverlening a la Estland, en niet in wegen of vliegvelden. Dat vraagt geen extra overheidsfondsen. Verder is dit een uitgelezen kans de omschakeling naar elektrisch vervoer te versnellen: versnelde aanleg van laadinfrastructuur, versnelde aankoop van elektrische auto’s, vrachtwagens en bussen door bedrijven, overheden en consumenten. Invulling van de duurzaamheidsvoorwaarden bij de steun aan KLM mag natuurlijk niet ontbreken. Frankrijk heeft dat al gedaan voor Air France: halvering CO2 per passagier in 2030, 2% duurzame brandstof in 2025, halvering korte vluchten in 2024.

Als er steun moet worden gegeven aan de landbouw door wegvallende vraag en gebrek aan seizoenarbeiders, dan zijn er uitstekende mogelijkheden om dat te doen via financiering van andere natuur-inclusieve en circulaire landbouwmethoden, het stimuleren van nieuwe landbouwproducten en het financieel waarderen van de vastlegging van CO2 in landbouwgrond. Dat past bij de lange-termijn doelen van de overheid en draagt ook nog een bij aan een beperking van de stikstofuitstoot.

Er zijn genoeg mogelijkheden voor een groen economisch herstelpakket. Laten we dat dan ook doen.

lees meer
urgendaEen groen economisch herstel: geen woorden maar daden